Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Tom Beek – Bliss

CD-RECENSIE 

Tom Beek – Bliss
bezetting: Tom Beek tenor- en sopraansaxofoon. Gasten: Mike Boddé piano; Udo Pannekeet contrabas; Tim Langedijk gitaren; Marcel Serierse slagwerk
opgenomen: 14 oktober 2012 in St. Vituskerk Hilversum en 5 november 2012 in Power Sound Studio’s Amsterdam
release: 2013
label: TomLaLa Records
tracks: 13
tijd: 46.18
website: www.tombeek.nl
door: Rinus van der Heijden


Nadat Tom Beek kennis had gemaakt met de cd ‘Officium’ van het Hilliard Ensemble met als gast Jan Garbarek op, jawel, sopraan- en tenorsaxofoon, wilde hij in elk geval één ding: solo saxofoonspelen in een kerk. Dat was in 1994. Nu, achttien jaar later, is het ervan gekomen. Alleen niet als solist. Dat leek Tom Beek, naar eigen zeggen, ‘wat aan de kruidige kant’.

Hij vroeg pianist Mike Boddé erbij en ook Udo Pannekeet, Tim Langedijk en Marcel Serierse sloten aan bij bepaalde nummers. Maar Tom Beek is de centrale figuur en zo hoort het natuurlijk ook bij deze ‘aangeklede’ solo-exercitie.

Bij oppervlakkig beluisteren zou de doorgewinterde jazzfanaat kunnen stellen: nou, die Tom had het wel wat avontuurlijker mogen maken. Maar dat was nu precies wat de saxofonist níet wilde: compactheid, daar koos hij voor. Jarenlang heeft hij als jazzmusicus al geïmproviseerd, voor deze cd ‘Bliss’ wilde hij simpele en tijdloze melodieën. Die zocht hij gedeeltelijk in de levensjaren die al aan hem voorbij trokken. ‘Soledad’, ‘In A Silent Way, ‘Body and Soul’ en de Annie M.G. Schmidt-klassieker ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag’ zijn daar toonaangevende voorbeelden van.

Wat Tom Beek echter precíes bedoelt met compactheid, illustreert hij muzikaal in het stuk ‘Dialogue’, waarin hij solo zijn tenorsaxofoon op eigenzinnige wijze het woord laat doen. Hetzelfde geldt voor het stuk ‘Piratenliedje’ een van de zeven eigen composities op de cd.

De galm waar Jan Garbarek op ‘Officium’ gebruik van maakte, zocht Tom Beek op in de kleine St. Vituskerk in Hilversum. Die galm maakt de stukken die hij er speelde, rijker en gloedvoller. Bovendien is het interessant om te horen hoe de uitvoerder omgaat met die galm, waarin fracties van seconden zijn spel mede bepalen. Dat geldt ook voor de stille momenten in Beek’s muziek: hij gaat er welbewust mee om. Juist om met die stiltes de zeggingskracht van zijn muziek te benadrukken.

Tom Beek wilde met ‘Bliss’ vooral bestaande muziek voor de eeuwigheid bewaren. Precies zoals dat gebeurt met de muziek van Bach, Mozart, Beethoven en alle andere grote klassieke componisten. Waarom zou dat in de jazz niet mogen? Een belangrijk pluspunt voor Tom Beek is de wijze waarop hij dat doet. Van ‘Body and Soul’ maakt hij beslist geen eigentijdse compositie, maar de wijze waarop hij deze klassieker zijn eigen toon meegeeft, toont dat Tom Beek een grote en vooral eigenzinnige vertolker is.

Enne… ‘Bliss’ had best een solo-album mogen zijn!


© Jazzenzo 2010