Kalmerend getingeling zwevend boven stilte
CONCERTRECENSIE. Saturday Jazz Night: Bram Stadhouders & Terje Isungset + Binary Orchid, Lantaren Venster, Rotterdam, 20 oktober
beeld: Maarten Mooijman
door: Tim Sprangers
Ting… ting… ting… Een belletje zo groot als de vingertop van je wijsvinger trilt met ruimtes van een seconde of tien. En ver, heel ver op de achtergrond, onverstaanbaar gefluister. Als kibbelende kaboutertjes in wollig mos, gedempt en in een onwerkelijke taal. Voor even mochten we luisteren naar de primaire wereld van Terje Isungset.
Fascinerend dubbelconcert in Lantaren Venster met onder andere Bram Stadhouders, Arve Henriksen en Terje Isungset.
De Noorse percussionist speelt op instrumenten uit de natuur. Naast een kleine drumkit, bepalen vooral de schavende steen-op-steen klanken, rommelende stokjes en het resonerende hout zijn intrigerende kleur. Isungset baseert zich in zijn muziek op een meditatieve rust en laat ritmes slechts met een heel voorzichtige pulse horen. Je hoort ademende bewegingen van buiten. Hoe de wind over bergen danst, de aankomende donder nadert en langzaam stromend water zich vormt naar een gletsjer. Fijn voor op de achtergrond, maar deze klanken bieden nog veel meer.
Want met de natuurlijke geluiden mag hij graag fantaseren. Samen met gitarist Bram Stadhouders, een zelfde klankenmijmerende broeder, hoor je ter plekke verzonnen verhalen. Als de gebroeders Grimm, maar dan zonder format, verwennen zij het kleine gezelschap in Lantaren Venster met sprookjesachtige taferelen. Niet alleen in de extreem beeldende tonen en minimale interacties, vooral ook dankzij de ruimte in hun spel, krijgt het publiek het bevel te duiken in haar kinderlijke fantasie.
Geen amusement als in de hapklare, belerende Disney vertelsels, het duo gaat wat stappen verder. De interacties graven diep. Repeterende ladders in een agressievere klankkleur van Stadhouders krijgen fysiek antwoord: met handen en voeten duikelt Isungset over de percussie, de overgave is van zijn lichaam te lezen. En als galmende gitaartonen elkaar boven een bijna afwezige ruis opvolgen, schuiven bijeengebonden houtjes langzaam over het drumvel. Ogen dicht en je stijgt op, om na het openen hard op de grond te landen. Want ja, alle esthetische oorsprong ligt in natuurlijke oprechtheid.
Wolfert Brederode. Duo Bram Stadhouders & Terje Isungset. Stadhouders, Henriksen en Gudmundsson tijdens gezamenlijk optreden.
Ook het concert na de pauze tijdens de Noors-Nederlandse avond vormt een aanslag op de fantasie. Binary Orchid is een trio dat zelden heeft opgetreden, terwijl het bijna zeven jaar geleden een prachtplaat (‘Radioactivity’, 2006) achterliet. In het project van bassist Gulli Gudmundsson, met ook pianist Wolfert Brederode, trompettist/zanger Arve Henriksen en voor vanavond zangeres Natasza Kurek, mengen elektronica en akoestiek zich in meeslepende vormen.
Het meest treffend is de verwarde blik van Brederode richting Henriksen die zijn glimlach vervolgens niet weet te verbergen. Hoe zeer de lyrische lijnen van de pianist ook aan je begeerte voldoen, te voorspellen zijn ze niet. En toch lijkt de trompettist ze mee te spelen. Brederode kijkt op. Schijn bedriegt, Henriksen plukt de pianoklanken uit de lucht en voedt ze met ruimtelijke effecten.
Ook Gudmundsson beweegt tussen twee universa, tussen basgitaar en contrabas en af en toe duikt hij naar zijn laptop voor een sample dat de anderen al snel aanpakken. De elektronische spanningen pakt hij letterlijk bij de hand door de basgitaarplug ritmisch te toucheren. Geregeld ben je kwijt waar al wat je hoort vandaan komt.
Zangeres Natasza Kurek. Binary Orchid. Gulli Gudmundsson en Arve Henriksen.
Soms ligt de focus te diep op deze symbiose, en schiet de weegschaal door richting ratio. Op zo’n moment staat meestermuzikant Henriksen op en breekt het open. Met een vocale uithaal die mierentieten uit het lichaam doen schieten. Of een prachtig geïmproviseerd trompetthema, met ontnuchterende lucht en zo fragiel, zoals alleen Henriksen ze kan blazen. Even later kijkt hij om zich heen, trommelt wat op de contrabas en slaat op een bekken.
Op het einde komen de twee bands samen en lijkt het even uit te lopen op een wat chaotische brei. Totdat Isungset zijn belletje weer pakt en de stenen in rondjes over elkaar schuift. De anderen kunnen alleen maar luisteren naar het kalmerend getingeling dat zachtjes boven de stilte zweeft.