Jazz met bladmuziek, ja het kan! CONCERTRECENSIE. Tim Berne Snakeoil, Bimhuis Amsterdam, 28 maart 2012 Dat komt door de grilligheid en de schijnbare toevalligheid van de muzikale structuren, waarbij dissonantie tot norm verheven is. Vaak speelt New Yorker Berne repeterende patronen op zijn altsax, waaroverheen Noriega een spervuur aan noten aanlegt. Pianist Matt Mitchell voert de spanning op met klaterende dwarse klanken, terwijl Ches Smith de klankrijkdom van het ensemble compleet maakt met zijn inventieve spel op trommels, cymbalen, conga en gongs.
beeld: Julia M. Free
door: Jan Jasper Tamboer
Jazz en bladmuziek, gaan die twee wel samen? Volgens sommige puristen is jazz ver te zoeken als geschreven noten dichtbij zijn. Maar er kan juist een enorm spanningsveld zijn tussen datgene wat op papier staat en het vrije spel. Vaak is het niet uit te maken waar het een ophoudt en het ander begint. In het Bimhuis zijn de blikken van de avant-gardistische altsaxofonist/componist Tim Berne en klarinettist Oscar Noriega voortdurend gericht op de vellen voor hun neus, toch lijkt hun spel volledig geïmproviseerd.
In het Bimhuis onderzochten Matt Mitchell, Tim Berne en Oscar Noriega de mogelijkheden van hun instrumenten.
Democratie kan soms een hol begrip zijn of slechts een gewenste werkelijkheid, maar bij Berne's band Snakeoil zijn de rollen van de verschillende muzikanten volstrekt gelijkwaardig. Zelden is de inbreng van ieder afzonderlijk groepslid zo evident en relevant voor het totale beeld als bij deze groep. Berne laat iedereen schitteren en trekt zich geregeld terug. In zijn aan- en afkondigingen toont hij zich goedlachs met humor en zelfspot. Bij het laatste nummer voor de pauze zegt hij: "We're gonna finish the set with another beauty."
De composities van Berne nemen flink wat tijd in beslag, een nummer kan zomaar twintig minuten duren, maar ze bevatten voldoende creatieve wendingen om de aandacht vast te houden. Noriega kan soms brede muzikale gebaren maken op zijn basklarinet. Het spel is in het algemeen zeer levendig en een enkel nummer heeft zelfs een danskarakter. Unisono klinken de beide blazers zelden, vaker is er sprake van contrapunt. Ongure noten krijgen hier en daar het karakter van een beerput die opengetrokken wordt, de vier onderzoeken de mogelijkheden van hun instrumenten tot die apocalyptische trekken vertonen.
De band eindigt als toegift met een nummer van de onlangs overleden drummer Paul Motian. Hoewel het Bimhuis lang niet vol is, klinkt er hard en lang applaus. Even later aan de bar klinken de enthousiaste indrukken van de toeschouwers nog na. Ook Tim Berne toont met zijn Snakeoil aan dat de New Yorkse scene een prominente rol speelt in de jazzwereld, zelfs mét bladmuziek.
© Jazzenzo 2010