Bluesjargon virtuoos omzeild
CONCERTRECENSIE. ‘Out of the blues – celebrating the music of Oliver Nelson’ met Dick de Graaf, Arno Krijger en Pascal Vermeer. Porgy en Bess Terneuzen, 18 maart 2012
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Mannen schijnen niet te kunnen multitasken, maar dat weerlegde Arno Krijger in Porgy en Bess overtuigend. Met de rechtervoet regelde hij het volume van zijn Hammondorgel terwijl zijn linkervoet, soms razendsnelle, baspartijen uit de pedalen toverde. Tegelijkertijd ontsproten akkoorden, melodieën en solo’s uit linker – en rechterhand. En vooruit, ook het hoofd bewoog ritmisch mee.
Trio Dick de Graaf, Arno Krijger, Pascal Vermeer werpt nieuw licht op het repertoire van Oliver Nelson.
Krijger was in de Terneuzense jazzclub voor de release van ‘Out of the blues’, het album dat hij met tenor/sopraansaxofonist Dick de Graaf en slagwerker Pascal Vermeer uitbracht. Daarmee werpen ze een nieuw licht op het bijzondere repertoire van Oliver Nelson. Die schreef de muziek voor films en televisieseries als ‘Ironside’, ‘Columbo’ en ‘De Man van Zes Miljoen’ maar ook voor harmonie - en kamerorkest en bigband, voor James Brown, Diana Ross en The Temptations. Jazzmusici als Jimmy Smith en Sonny Rollins maakten eveneens gebruik van zijn diensten. Reden te meer om het repertoire nader te belichten.
Alle stukken die het trio opnam, hebben als basis het traditionele twaalfmaten-bluesschema met bijbehorende akkoordopeenvolging. Echter, Nelson besloot elk daarvan een onverwachte wending te geven met een uitbreiding of lichte verandering van dit basisschema. Hij componeerde minimaal voor kwintet en veel voor grote bezettingen zoals bigbands.
Het vergde de nodige creativiteit van zowel componiste/arrangeur Laetitia van Krieken als het trio om die stukken te arrangeren. Niet in het minst door de soms gewaagde stemvoeringen van saxofoons, trombones en trompetten. Bijvoorbeeld in ‘3 seconds’. De melodie bestaat uit drie secundes. Eigenlijk klinken er drie melodielijnen die heel dicht bij elkaar liggen. Dat kan behoorlijk wringen. De Graaf en Krijger vonden een geslaagde verdeling van de afzonderlijke stemmen. En die kunde viel elke keer op.
In stukken als ‘Blues and the abstract truth’ klinken de thema’s herkenbaar en toegankelijk. Eronder ligt een subtiele verdeling van unisono-elementen, harmonische stapelingen en accenten. Telkens vormden de thema’s een opmaat naar flinke improvisaties.
Arno Krijger, Dick de Graaf en Pascal Vermeer in Porgy en Bess Terneuzen.
De Graaf was duidelijk in zijn element. Hij toonde de kracht van Nelsons muziek en aanpak – de saxofonist refereerde aan Nelsons boek ‘Patterns for improvisation’ waarvan het trio het feestelijke ‘Example 87’ vertolkte. Hij vertrok vanuit het thema en liet zien wat een oneindige mogelijkheden dat bood om op te improviseren. Hij pakte patronen en herhaalde ze klimmend in toonhoogte, varieerde er ritmisch mee en schakelde dan ineens naar een wat exotischer ladder. Vloeiend, vaak snel, fel en met grote intervallen in het toch dromerige ‘Images’ en met gepaste fantasie en mooie klankexperimenten in het springerige ‘Elegy for a duck’.
Krijger liet zich ook duidelijk inspireren door het moment. Soms vlamden de loopjes uit zijn orgel, dan weer broedde hij geconcentreerd op korte staccatopatroontjes of zocht naar uitbouwmogelijkheden van de akkoorden.
Niet alleen harmonisch werd het traditionele bluesjargon ingekleurd en uitgebreid. Ook ritmisch was er veel te beleven en strooiden de musici met niet alledaagse maatsoorten zoals in ‘Six and four’ en de zevenkwart in ‘March on, march on’, Vermeer was daarbij de solide aanjager. Als basis de rechterhand strak op het ridebekken. De linkerhand zorgde voor een veelvoud aan inkleuringen die elkaar soepel aanvulden of overlapten. Bijna achteloos speelde Vermeer in op de ritmische en melodische vondsten van zijn medemuzikanten.
De triobezetting biedt veel mogelijkheden en die werden ten volle uitgebuit. Het geluid varieerde van subtiel en licht naar swingend en vol. Krijger was veel met zijn sound bezig, versterkte de galm, voegde wat vibrato toe, liet het geluid aanzwellen. Maar in de basis vormde het al een mooie eenheid met de sopraan– en tenorsaxofoon van De Graaf. De volledige titel van het project, ‘Out of the blues - celebrating the music of Oliver Nelson’, heeft alles te maken met het omzeilen van het standaard bluesjargon en dat demonstreerde het trio deze middag feilloos.
Zie ook:
Nelson is ontegenzeggelijk één van de allergrootsten. Maar bij Brown, Ross en de Temptations was hij volgens mij arrangeur, en voor Ironside componeerde hij wel, maar dan net weer niet dat beroemde thema.
Ton (E-mail ) - 23-03-’12 16:21