IJ en Maas liggen bij Michael Moore heel dicht naast elkaar
Michael Moore Quartet/Quintet: Amsterdam/Rotterdam
CD-RECENSIES
Michael Moore Quartet - Amsterdam
bezetting: Michael Moore altsaxofoon, klarinetten; Harmen Fraanje piano; Clemens van der Feen contrabas; Michael Vatcher drums, percussie
opgenomen: 16 februari 2010
release: 2011
label: Ramboy Recordings
tracks: 12
tijd: 67:53
websites: www.ramboyrecordings.com
door: Jan Jasper Tamboer
Je moet een Amsterdammer maar niet vragen om een vergelijking te maken tussen Amsterdam en Rotterdam, want chauvinisme is hem zelden vreemd. Doe je dat wel, dan mag het een verrassing heten als hij geen voorkeur uitspreekt. Op de beide nieuwe albums van Michael Moore met als titels de namen van de twee grootste steden van Nederland, laat de geboren Amerikaan zich louter begeleiden door zulke formidabele muzikanten dat een competitie zinloos is.
Op de cd-hoes van het album 'Amsterdam' schrijft Michael Moore dat het spelen met zijn kwartet 'work in progress' is. Dat werk is dan wel vergevorderd, want het behoort tot de top van de hedendaagse geïmproviseerde muziek, met zijn intelligente en gevoelsrijke muzikaliteit.
Op het openingsnummer 'Round & Round' toont het Michael Moore Quartet zich een losgeslagen bende. De bendeleden zijn echter geen bandieten die plunderend en rovend door het land trekken, maar troubadours met een scheppende en bevrijdende boodschap voor de grote steden. Verkondigers van het vrije woord, maar dan met muziek. De boodschap is vrijzinnig, maar niet vrijblijvend; zij trekt aan of zij stoot af.
Het vervolg van de cd is bij tijden aanmerkelijk toegankelijker, het lijkt alsof Moore met het eerste nummer een scheiding wil aanbrengen tussen de dieper gravende luisteraars en de meer oppervlakkige. De doorzetters worden rijkelijk beloond met een prachtige balans tussen geschreven compositie en vrije invulling, tussen traditie en moderniteit, tussen gevoel en verstand, tussen adaptatie en profilering.
Meer anarchistische nummers worden afgewisseld met melodieuzere stukken. Het volstrekt tonale 'Hilletjesbrug' bijvoorbeeld, heeft een zachtaardig, vriendelijk karakter en refereert aan een van Moore's lievelingsplekken in de hoofdstad. Het album is overigens opgenomen in het Muziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam.
Dynamische ontwikkelingen volgen op statische passages. Versnellingen gaan in 'Not Yet' gepaard met piepende en amechtige ontladingen van Moore, waarop een mooi stil en klein spel volgt van Harmen Fraanje en Clemens van der Feen. De expressieve mogelijkheden van Moore en zijn collega's zijn ongebreideld in hun beheerste uitbundigheid, en het empathische vermogen van bijvoorbeeld drummer Michael Vatcher kent geen communicatieve grenzen. 'Amsterdam' lijkt de competitie al gewonnen te hebben, zou 'Rotterdam' deze prestatie nog kunnen verbeteren?
Michael Moore Quintet - Rotterdam
bezetting: Michael Moore altsaxofoon, klarinet; Eric Vloeimans trompet; Marc van Roon piano; Paul Berner contrabas; Owen Hart Jr. drums
opgenomen: 16 februari 2008
release: 2011
label: Ramboy Recordings
tracks: 10
tijd: 66:07
websites: www.ramboyrecordings.com
door: Jan Jasper Tamboer
'Rotterdam' heeft natuurlijk met Eric Vloeimans op papier een onverslaanbare troef in handen. Maar dat vormt geen garantie, want hij zal het toch samen met de anderen moeten doen. De reputatie van Rotterdammer Vloeimans blijft echter soeverein overeind, ook in een internationaal gezelschap. Als hij inzet, heeft dat het effect van een wespensteek.
Opgenomen in theater LantarenVenster in Rotterdam in 2008, is het album overwegend een stuk conventioneler dan dat vanuit Amsterdam. Het karakter verschilt, maar niet de rijkdom aan structuren en kleuren, evenmin de virtuositeit. Een dissonant is niet per definitie avontuurlijker dan een consonant, dat hangt van de context af. De ritmesectie met Owen Hart Jr., Paul Berner en Marc van Roon weet steeds een klimaat te scheppen dat leidt tot spannende uitspattingen van Moore en Vloeimans. De drie ploegen de aarde om tot vruchtbare bodem voor de blazers.
Pas bij het achtste nummer, 'Don't Come', komt Moore's ICP-achtergrond volledig tot uiting, met zijn bizarre, onmogelijke intonatie en absurdistische loopjes. Het daarop volgende 'Occult' doet daar zo mogelijk nog een schepje bovenop door een hoger tempo. Het afsluitende 'Providence', unisono geblazen over een lopende bas, is dan weer zeer makkelijk toegankelijk, met een thema dat geschikt is als tune voor een breed bekeken televisieprogramma.
De beide albums 'Amsterdam' en 'Rotterdam' hebben allebei elementen van traditionelere en experimentelere jazz, maar de weegschaal geeft verschillende waarden aan. Samen geven ze een goed beeld van de rietblazer en componist Michael Moore van de afgelopen jaren. Een mooi setje.