Slotavond Stranger Than Paranoia: oerkracht, zomerkamp en showbink
CONCERTRECENSIE. Slot festival Stranger Than Paranoia. Paradox Tilburg, 27 december 2011
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
Hun muzikale credo zit al in de naam verborgen: vrijheid. Het Free Tallinn Trio loopt er weliswaar niet mee te koop, maar de drie Esten kúnnen niet anders dan de ware muzikale vrijheid propageren. Daarvan getuigde hun concert in Tilburg, waarmee zij de slotavond van het 19e Stranger Than Paranoiafestival openden. Een vervreemdende gebeurtenis, die een zware aanslag pleegde op het incasseringsvermogen van het merendeel der toeschouwers. Maar een blijvende herinnering opriep bij hen die zich voor de Estse vrijheidsroep openstelden.
Tuur Floorizone, Anne-Liis Poll en Giovanni Falzone waren de publiekstrekkers op de slotavond van Stranger Than Paranoia in de Tilburgse Paradox.
Voor het concept van het Free Tallinn Trio is het noodzakelijk dat je je erin laat meezuigen. Doe je dat niet, dan roept de free-jazz-in-het-kwadraat van de drie Esten ergernis en ongemak op. Want het trio slaat al je zekerheden uit handen: er is geen harmonie, geen esthetiek, er is geen sprake van akkoorden, van melodie of andere beugels om aan vast te houden. Het drietal, bestaande uit stemkunstenares Anne-Liis Poll, pianist Anto Pett en gitarist Jaak Sooäär begint ergens en eindigt ergens. Ze boeken een last-minutereis en vergeten aan de baliemedewerker te vragen waar de trip heen gaat. Zoiets.
De zangeres schreeuwt, murmelt, krijst, stoot letters uit (welke?), haalt uit, mompelt, gesticuleert en slaat dramatisch om zich heen. De pianist beukt, ranselt met twee handen het klavier, duikt in het binnenste van zijn instrument. De gitarist voert een verbeten strijd met zijn voetpedalen, knarst en piept over de snaren, drijft het volume naar grote hoogten of laat zijn klanken verdrinken in een draaikolk van elektronica. En ieder doet dat naar eigen goeddunken zonder rekening te houden of het allemaal wel past bij wat de ander doet. En jawel, het past.
Het Free Tallinn Trio en dan met name stemkunstenares Anne-Liis Poll roept onweerstaanbaar vergelijkingen op met Diamanda Galás en Meredith Monk. En uiteraard met Neerlands trots Greetje Bijma. Verschil met hen is echter dat de Estse geen soloreis onderneemt. Zij is ingekapseld in de beukende oerkracht van dit bijzondere trio.
Voor het tweede concert van de avond had geen groter contrast kunnen worden gezocht dan Tricycle van Tuur Floorizone. Binnen opnieuw een trio leidde de Vlaming met zijn accordeon de contrabas van Vincent Noiret en de fluit, basfluit en sopraansaxofoon van Philippe Laloy. Tricycle maakt muziek die wortelt in bepaalde vormen van folk. Maar ook klezmer zit in zijn receptuur. Bovendien worden accordeon en contrabas nogal eens percussief ingezet. In tegenstelling tot het Estse trio diende bij de Belgen ieders inbreng aanvullend te zijn op de ander. Een mooi concept, dat lieflijke muziek opleverde, met ruimte voor individuele improvisaties. Maar ook net iets te vaak muziek met een hoog zomerkampgehalte.
Free Tallinn Trio. Tuur Floorizone’s Tricycle. Giovanni Falzone Electric Quartet.
Uit Italië was het Giovanni Falcone Electric Quartet geronseld. De vier kwamen met een eerbetoon aan Jimi Hendrix en Miles Davis. Een nobel streven, maar in de praktijk kwam er weinig van uit. Vooropgesteld dient te worden dat leider Falcone een uitmuntend trompettist is, die onafgebroken boeide. Maar zijn helse krijspartijen door de contactmicrofoon van zijn trompet detoneerden met alles wat op het podium werd neergelegd. En dat was al niet zo heel veel: gitarist Valerio Scrignoli zag in het openingsstuk kans frasen van ‘Purple Haze’ van Jimi Hendrix klakkeloos te imiteren, maar dat was het dan. Zijn verdere deelname bestond grotendeels uit clichématige korte gitaarimprovisaties. De nog jonge basgitarist Michele Tacchi maakte een onzekere indruk, doordat hij bijna letterlijk aan de lippen van slagwerker Ricardo Tosi hing. Dat was echter helemaal niet nodig, want Tosi is er een van het soort grote-stappen-snel-thuis.
De bedoelingen van het Giovanni Falcone Electric Quartet waren ongetwijfeld zuiver, het wilde zeker geen kopie brengen van wat Hendrix en Davis tijdens hun levens presteerden, maar wat wel precies hun intenties waren, werd nimmer duidelijk. Showbink Falcone moet zich alleen maar bekommeren om zijn trompet en alle fratsen achterwege laten. Hoe het dan klinkt bewees het slotstuk van het concert: een kort eerbetoon aan landgenoot Ennio Morricone. Natuurlijk schemerde hier ‘One Upon A Time In The West’ in door, maar bovenal een instinctief gevoel voor gedegen moderne jazz. Van alle vier de bandleden.
Stranger Than Paranoia 2011 onderging voor het eerst een belangrijke verandering. Speelde het festival zich tot nu toe uitsluitend af in muziekpodium Paradox in Tilburg, dit jaar werden ook Breda en Den Bosch festivalsteden. Beide plaatsen trokken bijna volle bak, hetgeen organisator/programmeur Paul van Kemenade tot grote tevredenheid stemt. “De uitbreiding naar deze twee steden biedt nieuwe mogelijkheden voor de toekomst”, zo zegt hij. “In tijden dat het heel slecht gaat met kunst en cultuur is het extra motiverend om er honderd procent tegenaan te gaan. Volgend jaar zijn Den Bosch en Breda wat mij betreft zeker weer van de partij. Eindhoven erbij zou helemaal mooi zijn, dan hebben we de grote vier Brabantse steden als podium. Maar het heeft natuurlijk allemaal met geld te maken. De animo is er echter al.”
“Dat we Breda en Den Bosch erbij konden betrekken is mede te danken aan de financiële ondersteuning van het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur. De entrees zijn uiteraard niet kostendekkend. Dat Breda deze eerste keer een praktisch volle Avenue trok, vind ik mooi. Breda is immers een moeilijke stad voor moderne muziek.”
De deelname van voornoemde twee steden zorgde er wel voor, dat in Tilburg mopperkonten opdoken. Stranger Than Paranoia startte immers tot dit jaar altijd op kerstavond en werd voortgezet in de week tussen kerst en oud en nieuw. In de nieuwe opzet was kerstavond de voorlaatste concertdatum; op de 27e, de enige dag van de traditionele laatste week van het jaar, werd het festival afgesloten. Paul van Kemenade begrijpt de kritiek, maar weerlegt die meteen. “Het zijn vaak dezelfde mensen die dit zeggen. Het zijn de concertgangers die regelmatig in Paradox opduiken. Voor het voortbestaan van het festival is nieuw publiek echter noodzakelijk. Het festival is té uniek om het alleen tot een clubhuis te beperken. Deze editie heeft bewezen dat dit nieuwe publiek er wel degelijk is.”
Zie ook:
- 26-12-11 Bij Stranger Than Paranoia klotst het water alle kanten op (concertrecensie, Tilburg)
- 21-12-11 Stranger Than Paranoia groots geopend (concertrecensie, Breda)