William Parker & ICI Ensemble - Winter Sun Crying
CD-RECENSIE
William Parker & ICI Ensemble - Winter Sun Crying
bezetting: William Parker, contrabas, trompet, dubbele rieten, shakuhachi; David Jäger, sopraan-, tenorsax; Roger Jannotta, altsax, piccolo, fluit, klarinet; Markus Heinze, tenor-, baritonsax; Christofer Varner, trombone, sampler; Johanna Varner, cello; Martin Wolfrum, toetsen; Gunnar Geisse, laptop, gitaar; Georg Janker, contrabas, G2; Sunk Pöschl, drums
opgenomen: 20 december 2009
release: 2010
label: NEOS Music
tracks: 15
tijd: 62:56
websites: www.williamparker.net - www.neos-music.com
door: Jan Jasper Tamboer
Als een kuiken dat probeert uit zijn ei te kruipen, zo klinkt het eerste nummer van de live-cd 'Winter Sun Crying' van William Parker & ICI Ensemble. Verwonderd over en verrast door zoveel licht en ruimte. Deze staat van zijn zal het hele album domineren, het kuiken zal nooit de gelegenheid krijgen om te wennen aan zijn nieuwe status quo, want de volle glorie breekt nooit volledig door.
Parker, geboren in The Bronx, New York, in 1952, staat in een goede traditie van bassisten/bandleiders met namen als Charles Mingus en Dave Holland, en speelde meer dan tien jaar bij Cecil Taylor. Hij doceerde op vele universiteiten en hogescholen, waaronder het Rotterdams Conservatorium. De man is ook een dichter, publiceerde boeken over onder meer muziekwetenschappen en schreef voor theater. Parker wordt algemeen beschouwd als een toonaangevende musicus in de internationale avant-gardescene. Voor het project 'Composer in Dialogue' schreef hij speciaal met het ICI Ensemble de suite 'Winter Sun Crying', waarin improvisatie een belangrijk facet is.
De piepende en knorrende klanken van het ICI Ensemble vragen om een overgang in de vorm van een bevrijdende groove of een verlossende beat. Die komt er echter niet, de muziek wekt een verwachting, die niet ingelost wordt. De spanning loopt op, maar krijgt geen ontlading. Zelfs de track 'Explosion' kent geen uitbarsting. Wel bevat de plaat op het eind een apotheose in het nummer 'Revolution', door driftige dynamiek en een veelheid aan tumultueuze stemmen die elkaar lijken tegen te spreken. Het afsluitende 'Let's Change the World' getuigt vervolgens niet van een omwenteling met tegenstand, maar is zo verstild en vredevol, dat het lijkt alsof de change al heeft plaatsgehad en de weg heeft vrijgemaakt voor een vredesparadijs.
Je blijft na het beluisteren van 'Winter Sun Crying' met een wat onbevredigd gevoel achter. Het losmaken van verkrampte klanken blijft in de lucht hangen. Misschien kun je het project zien als een boeiende zoektocht, maar de bestemming wordt nooit bereikt. Er wordt hier een beheersing betracht die weliswaar bewondering afdwingt, maar ook een kwelling kan vormen. Het beste is wellicht, om het maar gewoon over je heen te laten komen.