'Powertrio' Kyrill toont kracht en beheersing
CONCERTRECENSIE. Achim Kaufmann Trio Kyrill, Bimhuis Amsterdam, 17 september 2010
beeld: Staeske Rebers
door: Jan Jasper Tamboer
In de jaren zestig ontstond het fenomeen 'powertrio' in de popmuziek. Groepen als Cream en The Jimi Hendrix Experience behaalden de status van supergroep en koppelden virtuositeit aan volume, waarbij een tot dan toe ongekende hoeveelheid energie vrijkwam. Bij het trio Kyrill van de Duitse pianist Achim Kaufmann gaan de volumeknoppen niet zo ver open als bij bijvoorbeeld Hendrix, maar power hebben ze wel. En virtuositeit zeker ook.
Tomeloze energie van het trio Achim Kaufmann, Valdi Kolli, Jim Black in het Bimhuis.
Kyrill startte vrijdagavond in het Bimhuis een tournee, die de groep voornamelijk langs grote Duitse podia voert. Kaufmann legt uit dat de optredens een voorbereiding vormen voor een te verschijnen album en dat ze daarom grotendeels nieuwe composities spelen. De pianist spreekt goed Nederlands, hij woont al vanaf 1996 in Amsterdam. Hij heeft sindsdien met veel Nederlandse jazzmuzikanten samengewerkt, onder wie Misha Mengelberg, die een held voor hem is. Er zitten evengoed veel Duitsers in de zaal.
Het eerste nummer tasten de muzikanten de materie en elkaar af met voorzichtige, verkennende noten, terwijl de samenhang nog niet helemaal vanzelfsprekend is. Wel is de toon meteen gezet door het staccatospel, dat het hele concert zal blijven. Ook wordt al duidelijk dat Kyrill breekt met conventies en dat er hier van een klassiek pianotrio geen sprake is. De IJslander Valdi Kolli neemt nog wel de rol op zich van onopvallende en dienende bassist, maar de Amerikaanse drummer Jim Black doet danig van zich spreken met zijn expressieve stijl en overstemt soms zelfs de anderen. Kaufmann laat het allemaal gebeuren, hij kiest er bewust voor.
De muzikanten hebben alle drie notitiemateriaal voor zich liggen, niet alleen wat aantekeningen, maar uitgeschreven notenschema's. Natuurlijk is Kaufmann ook een groot improvisator, die toch vooral op zijn intuïtie afgaat. Daarbij houdt hij de melodische kanten van het spel altijd in het vizier en is zijn timing altijd to the point. Snelle passages gaan hem prima af. Hij roetsjt af en toe over het klavier, en laat daarbij de afzonderlijke noten goed intact. Gedoceerd en effectief maakt hij volop gebruik van de dynamische mogelijkheden van zijn instrument.
Trio Kyrill in het Bimhuis.
Het enthousiasme en de uitbundigheid van drummer Black is stimulerend voor zijn collega's en slaat over op het publiek. Deze man verenigt in zich de kracht van een rockdrummer en de souplesse van een jazzdrummer. Hij speelt verschillende solo's, waarbij hij alle hoeken en gaten van zijn kit benut. Met niet te stuiten vaart snelt hij met zijn stokken langs de bekkens en trommels. Als hij in het geweld een stok verliest, speelt hij gewoon door met een hand. Zelfs met brushes spreekt er overtuiging uit zijn spel.
Bassist Kolli ondertussen beleeft alles onverstoorbaar, het contrast met de slagwerker is groot. Hij lijkt vooral verdiept in zijn bladmuziek. Zijn onverzettelijkheid zorgt er evenwel voor dat hij de beat nauwgezet bewaakt. Hij is beslist niet onzichtbaar. Zijn spel kent geen haperingen en is redelijk soepel, hier en daar zelfs smeuïg, en soms laat hij losse lage snaren brommen. Een solo zit er voor hem niet in. Laat hem maar rustig zijn bescheiden en toch onvervangbare werk doen. Kaufmann zelf lijkt een meer extaverte persoon, hij spreekt het publiek verschillende keren op bedaarde, maar zelfverzekerde wijze toe. Mooi dat drie zulke verschillende karakters elkaar toch zo goed weten te vinden op het podium.