Steve Coleman’s Five Elements verruimt het bewustzijn
CONCERTRECENSIE. Steve Coleman and Five Elements, 't Schuttershof, Middelburg, 30 september 2010
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Begin jaren tachtig ontstond in New York een collectief van muzikanten dat hun hoogstaande jazztechnieken integreerde in het nieuwe straatgeluid van pop en rock. Leren door ervaring en groeien door creativiteit, was één van hun basisideeën. M-base, doopten ze deze manier van denken. Altsaxofonist Steve Coleman, die al eerder naam maakte met onder meer Cecil Taylor, Abbey Lincoln en Dave Holland, was één van de grondleggers van deze stroming.
Steve Coleman, Jen Shyu en Miles Okazaki op het podium van 't Schuttershof in Middelburg.
Coleman bestudeert continu muzieksoorten, hun historie, achterliggende cultuur en onderlinge connecties. Dat komt samen in ensembles die hij onderhoudt. Al bijna dertig jaar bestaat zijn eclectische groep Five Elements. Met het meer funkgeoriënteerde Metrics zocht hij een manier om hiphop freestyling te mengen met jazzimprovisatie, en Mystic Rhythm Society is zijn Afro-Cuban band. Coleman werkte samen met de groten uit de jazzwereld, is te horen op vele albums en is vermaard om zijn workshops en lessen. Donderdag speelde Steve Coleman met Five Elements, op uitnodiging van Muziekpodium Zeeland, in 't Schuttershof in Middelburg.
In juni verscheen het album 'Harvesting semblances & affinities'. De resulterende tournee kreeg de naam 'The Astronomical / Astrological project '. Coleman is voortdurend bezig met componeren, repeteren en onderzoek doen. Die zaken gaan allemaal samen en ze nemen jaren in beslag om te ontwikkelen. Hij ziet ze niet als afzonderlijke zaken. Aan het huidige project werkt hij al sinds 1994. Vanaf 2006 kreeg dat een andere wending, meer gedetailleerd. Het 'Harvesting'-album is onderdeel van deze wending, evenals de muziek die hij al opnam voor een aankomende cd.
In de huidige tour bevat Five Elements geen drums en bas. Coleman wilde er even afstand van doen om te zien welke muziek hij zo kon ontwikkelen. Hij had behoefte om bepaalde concepten zonder drums te verkennen om deze er later weer bij te kunnen voegen. Ook hier denkt hij niet in afzonderlijke projecten. “Het is allemaal een continuüm”.
Bij Five Elements is dit keer wel een zangeres, Jen Shyu, aanwezig. Ze gebruikt haar stem niet alleen om teksten te zingen of te declameren, maar gaat verder. Het veel gehoorde statement dat Shyu 'functioneert als één van de blaasinstrumenten' nuanceert Coleman: dat staat in recensies die eigenlijk kopieën zijn van het persbericht die de platenmaatschappij verzond toen het album uitkwam. “Jen doet niets anders dan de andere bandleden. Mensen zijn echter niet zo gewend aan wat zij als vocalist doet. Natuurlijk is de stem een muzikaal instrument. Toen Cassandra Wilson in mijn band zong gebruikte ze haar stem ook op deze manier maar dan in haar stijl. Ik denk niet in termen als 'een ander blaasinstrument' maar in termen als Jen's persoonlijkheid, haar muzikale mogelijkheden en de beschikbare muzikale kleuren”.
Steve Coleman en Jen Shyu, David Bryant, Jonathan Finlayson.
Dat beloofde wat voor het concert in Middelburg. De aftrap was wat stroef. Coleman varieerde staccato patronen. Op het eerste gezicht was daarin zowel melodisch als ritmisch moeilijk een houvast te vinden. Trompettist Jonathan Finlayson blies er lange lyrische lijnen overheen. Geleidelijk werden er andere lagen op gestapeld: Shyu, met haar excentrieke stembuigingen naast David Bryant die zich op de piano veelal beperkte tot repetitieve ritmische tweeklanken. En gitarist Miles Okazaki, die een bijzondere rol vervulde. Hij voegde elektronisch een lager octaaf aan zijn eigen gitaargeluid toe en speelde, op geheel eigen wijze, de rol van bassist. Genres doen bij Coleman niet ter zake. Hij ziet connecties tussen allerlei stijlen en wil dat tot uitdrukking brengen. Muziek, met de nadruk op ritme, als communicatiemiddel. Geen lange individuele uitspattingen maar als focuspunt het collectief. De eerste veertig minuten had de groep moeite om in die collectieve flow te komen. Het publiek zag nors ogende muzikanten die elkaar nauwelijks aankeken en een saxofonist die bij vlagen zijn irritatie de vrije loop liet wanneer een inzet niet geheel naar wens verliep.
Een stuk startte Coleman zoals wel vaker met een met de handen geklapt ritme. Toen de instrumentalisten invielen verdween het op zich complexe ritme ogenschijnlijk in het geheel. Toch was het nooit weg. Steeds dook het op en steeds in andere hoedanigheden. Bij Coleman, die het dik aankleedde en omspeelde, bij Bryant die - als ware zijn piano een percussie-instrument - het ritme ineens weer oppakte of wanneer Okazaki het ritme plotseling isoleerde met hoekige snelle 'bas' lijnen. Dit is Five Elements in optima forma en dit leek het spel dat Coleman wilde spelen: het leggen van een puzzel opgebouwd uit subtiele verschuivingen en variaties op patronen in een complexe vraag- en antwoordspel. Ontdaan van al te herkenbare structuren en harmonieën en gebruikelijke ritmes - Coleman spreekt niet over regelmatig of onregelmatige maatsoorten - vergt dat wel wat inlevingsvermogen van de luisteraar.
Geleidelijk aan kreeg het collectief meer grip op elkaar en ontspande met name Coleman zienderogen. Als laatste nummer klonk zelfs een melodieus bijna bluesy stuk. De saxofonist zegt dat hij muziek probeert te spelen die op zijn minst nieuwsgierigheid teweegbrengt en in het uiterste geval het bewustzijn verruimt. “Sonny Rollins vertelde me dat er maar twee soorten muziek zijn: die het bewustzijn verruimt en die het bewustzijn vernauwt. Sonny wil deel uitmaken van de eerste. Zelden hoorde ik een betere definitie voor wat wij proberen te doen. Al het studeren, repeteren en onderzoeken staat voor: groei”.
Nieuwsgierigheid had de groep zeker opgeroepen. De manier waarop Coleman met muziek omgaat blijft innovatief. Met name het wat stroeve begin leek er debet aan dat het publiek zich niet of moeilijk in de muziek liet zuigen. Achteraf bleek ook dat de muzikanten zich gestoord hadden aan het rumoer in de zaal - 'we're not used to playing in a bar', meldde Coleman - en met name trompettist Finlayson leek er last van te hebben hoewel Okazaki, in opperste concentratie, gewoon doordenderde.