Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

James Farm als caleidoscopische road movie

CONCERTRECENSIE. James Farm, Lantaren/Venster Rotterdam, 30 mei 2011 
beeld: Ron Beenen
door: Kees Schreuders

Saxofonist Joshua Redman, pianist Aaron Parks, contrabassist Mat Penman en slagwerker Eric Harland hebben de afgelopen jaren al diverse keren in wisselende samenstellingen en als gelegenheidsformatie opgetreden. Blijkbaar bevielen de intrinsieke kruisbestuivingen tussen de musici zo goed, dat ze nu als James Farm, inclusief een eigen album, verder gaan. Tijdens hun verblijf in Nederland werden zowel het Bimhuis als Lantaren/Venster uitverkocht, en spreekt men al van ‘supergroup’ of ‘all star jazz quartet’. Maar worden de bijbehorende verwachtingen ook ingelost?


De band James Farm, met Aaron Parks, Joshua Redman en Mat Penman, verkocht zowel Bimhuis als Lantaren Venster uit.

Soms is het jammer een concert te moeten beschrijven en zou je het als ervaring zonder woorden willen koesteren. En waar begin je, als de James Farm wervelwind gepasseerd is. Een zweefmolen van textuur, structuur, spitsvondige melodielijnen, verschuivende ritmepatronen, pulserende baslijnen, tunes, riffjes, breaks, lyrische improvisaties en seriële pianomotieven, komt voorbij. Soms uitgelaten, dan weer meditatief en dromerig, over elkaar buitelend en toegankelijk samengebald in een kleine twee uur kien speelplezier.

Vier bevlogen musici evenwaardig qua spel en inbreng van composities. Ieder laat zijn stem, zijn verhaal tot recht komen in deze geraffineerde samenspraak. Vier solisten die - door tegelijk leidend als dienend te spelen - het muzikale geheel coherent, toegankelijk en organisch laten zijn. Joshua Redman op tenor- en altsax lijkt de woordvoerder, maar Aaron Parks op piano is de stemmingmaker en komt in deze setting met meer bravoure nog beter tot zijn recht dan in z’n trioconcert drie maanden geleden in Lantaren/Venster.

Dit stel jonge honden weet met souplesse en beheersing een spannend samenspel aan te gaan zonder dat het schreeuwerig wordt. Een soort impliciet ingehouden spanning die nergens de bocht uitvliegt, maar bijzonder aantrekkelijk en boeiend blijft. Met Mat Penman op bas, die als een soort spin in het web de lijntjes aan elkaar knoopt, en met Eric Harland op drums wordt de dynamiek van het optreden bepaald. Harland is een kek en bijzonder boeiende drummer die met staccato kort afgemeten tik-slagen en brush-vegen melodisch varieert in puls, patronen en accenten.


Slagwerker Eric Harland te midden van James Farm.

Het beeld dat dit optreden oproept is die van een caleidoscopische road movie, waarbij het voorbijtrekkende landschap, al of niet stedelijk, de hoofdrol speelt. Soms snel impressionistisch, soms stil, langgerekt en gearticuleerd. Soms louter aanschouwend, soms melancholisch, meditatief. De meeste stukken van het bij Nonesuch uitgebrachte album ‘James Farm’ komen voorbij met als extatisch hoogtepunt de fel gespeelde Parks-compositie ‘Chronos’. James Farm weet het idioom van een akoestisch jazzkwartet te verrijken en daar nieuwe richting en dimensie aan te geven.

Joshua Redman zegt bij aanvang van het concert : ‘Thank you for coming, without you it would be something completely different.’  Door op te treden voor publiek weten de heren van James Farm zichzelf, zonder effectbejag, individueel te overtreffen en in elkaar te schuiven tot iets dat het collectief ontstijgt. Enigszins verdwaasd en met stomheid geslagen sta je vervolgens buiten aan de Kop van Zuid.


© Jazzenzo 2010