Craig Taborn: ‘Ik zeg liever niets dan zomaar iets.’ INTERVIEW Al het materiaal voor ‘Avenging Angel’ werd in één dag opgenomen. Meer dan dertig stukken speelde Taborn die dag in juli. “Ik was doodop.” De dag daarna werd gemixed. ECM-baas Manfred Eicher was er beide dagen bij en speelde een belangrijke rol bij de keuze van de stukken en het bepalen van de volgorde waarin de dertien werken uiteindelijk op de cd werden gezet. Op de dag van het spelen, had Taborn niets teruggeluisterd. Alles werd in één take ingespeeld, overdubs of andere ingrepen werden niet toegepast. Aan de piano in een radiostudio in het Zwitserse Lugano speelde Taborn achter elkaar de stukken in, alle stukken maar één keer.
door: Mischa Andriessen
'De stilte gebruiken is voor een muzikant het allermoeilijkste'.
Foto © Bill Douthart.
Sommige stukken op ‘Avenging Angel’, het debuut van pianist Craig Taborn op het ECM-label klinken als hedendaags klassieke composities. Taborn maakt veel gebruik van stilte, vaak laat hij een akkoord volgen door een lange pauze waarna weer een enkel akkoord, een pauze, een akkoord, enzovoort. Hoe logisch geordend en doordacht de muziek ook moge klinken, ze is volledig via improvisatie tot stand gekomen. “Nou ja,” de bedachtzaam formulerende Taborn denkt even na, “in feite is negentig procent van de plaat pure improvisatie. Het overige deel zijn ideeën die ik al eerder had, een enkel idee heb ik zelfs al eens eerder in een stuk gebruikt.”
De volgende dag werd hij verrast door wat hij had opgenomen, hij had er nog niet eerder naar geluisterd. Een bewuste keuze; “dat verstoort het improvisatieproces. Het gaat er bij het improviseren echt om dat de muziek ‘in real time’ gerealiseerd wordt. Alles wat je daar van tevoren bij bedenkt, maakt het improviseren moeilijker. Als je improviseert, kun je geen doel, geen beeld van het eindproduct hebben. Heb je dat wel, dan kun je natuurlijk nog wel muziek maken, maar het maakt het improviseren vrijwel onmogelijk. Als je live speelt, kun je bijvoorbeeld denken, ik wil het publiek ontroeren, of juist aan het lachen brengen en terwijl je dat bedenkt, kun je ook wel muziek creëren die daar in slaagt, maar op dat moment ben je niet meer aan het improviseren.”
Wat er precies tijdens het improviseren gebeurt, is moeilijk uit te leggen. Er is telkens een uitgangspunt. Dat kan muzikaal zijn, bijvoorbeeld een bepaald interval van waaruit je gaat werken, maar evengoed een kleur, een woord, een verhaal. Maar tegelijk moet je een verhaal weer niet heel letterlijk nemen. Taborn ziet niet zoals bijvoorbeeld Sjostakovitsj een serie beelden voor zich. Zo klinkt het soms wel. Neem het titelnummer met zijn dreigende, dalende bastonen, je ziet het naar de aarde afdalen van de wraakengel zo voor je. Taborn schudt verontschuldigend het hoofd, die associatie had hij zelf niet.
In de twintig misschien zelfs meer jaar dat hij professioneel jazzmusicus is, heeft Taborn veel verschillende stijlen met veel verschillende muzikanten gespeeld. “Ik heb me nooit op een stijl willen laten vastpinnen, steeds uiteenlopende dingen willen doen. Ik heb altijd naar veel verschillende soorten muziek geluisterd en ik wil ook veel verschillende soorten muziek spelen.” Al die musici waarmee hij werkte, hebben op de een of andere manier zijn spel en zijn muziek beïnvloed.
‘Avenging Angel’, het debuut van pianist Craig Taborn
op het ECM-label.
Saxofonist Tim Berne was heel belangrijk, maar de belangrijkste invloed was waarschijnlijk rietblazer Roscoe Mitchell. Van hem leerde hij twee essentiële lessen. In de eerste plaats hoe je een geluid kunt samenstellen. Klankkleur en textuur zijn voor Taborn van groot belang. Dat is te horen op zijn eerdere platen onder eigen naam waarop hij onder meer door het gebruik van elektronica een bijzondere sound creëerde . Hetzelfde doet hij op ‘Avenging Angel’ met alleen maar een piano. Een heel goede piano in een heel goede studio en natuurlijk een heel goede producer; Manfred Eicher. Taborn lacht: “Manfred doet dit natuurlijk al een tijdje.”
Het tweede wat Taborn van Mitchell leerde, was het leren omgaan met stilte. “Voor muzikanten is dat het allermoeilijkste. De stilte accepteren en gebruiken.” ‘Avenging Angel’ laat met zijn bij vlagen minimalistische aanpak horen hoe goed Taborn zich de wijze lessen van Mitchell heeft eigen gemaakt.
Typerend voor de bescheiden, zelfs verlegen pianist is wat ooit tijdens een concert met David Binney in het Bimhuis gebeurde. Taborn was aan de beurt om te soleren, maar hij maakte een afwijzend gebaar; hij was er niet klaar voor of hij wist even niets. Een ander bandlid soleerde in zijn plaats, waarna Taborn alsnog een prachtig solo speelde. Hij herinnert zich het voorval niet, maar het verbaast hem evenmin. “Het gaat erom dat je speelt wat iets te zeggen heeft. Het is heel makkelijk om de ruimte te vullen, zelfs nog betrekkelijk gemakkelijk om de ruimte te vullen met coherente muziek, maar ik wil echt iets vertellen en dan zeg ik liever niets dan zomaar iets.”
Een solo-opname van Craig Taborn uit 2010,
opgenomen door vprojazzlive
© Jazzenzo 2010