Fugimundi troeft alles en iedereen af
CONCERTRECENSIE. Fugimundi, Paradox Tilburg, 20 mei 2011.
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
Fugimundi is fantastisch. Overdreven? Misschien als je die stelligheid op welke andere groep die zich met improvisatiemuziek bezig houdt, loslaat. Maar niet als je het hebt over het supertrio rond Eric Vloeimans. Het concert van Fugimundi deze avond toonde met de volste overtuiging aan, dat de drie inmiddels hors catégorie zijn. Want is ooit zulk een hoge graad van improvisatievermogen, technisch vernuft, op elkaar ingespeeld zijn en kennis van álle muziek opgetekend? Waarschijnlijk wel, maar die keren zijn hoogstens op één hand te tellen. Fugimundi troeft alles en iedereen af.
Fijngevoeligheid gaat bij Fugimundi hand in hand met uiteenspattende overdondering.
Trompettist Eric Vloeimans, gitarist Anton Goudsmit en pianist Harmen Fraanje opereren tijdens concerten als één man. Iemand heeft hun muziek ooit omschreven als kamerjazz. Een aardige typering, maar Fugimundi reikt naar veel meer. Juist door die perfect doorgevoerde eenheid, het vermogen sneller te denken en te handelen dan de anderen en het weglaten van muzikale grenzen is Fugimundi ook een volwaardig jazzorkest, een klassiek ensemble, een wereldmuziekorkest en ga zo nog maar even door.
Het concert in Tilburg begon met een kwela-achtig stuk, waarin de drie zich bescheiden leken te presenteren. Eric Vloeimans kwam langzaam op gang, gesteund door breed uitgesponnen piano-akkoorden. Vervolgens werd in het tweede stuk ruimhartig overgeschakeld naar een revueliedje, waar trompet en gitaar met zichtbaar plezier aan peuterden en punnikten. Naarmate het concert vorderde kwam nogal wat voorbij: van het Liberation Music Orchestra, tot naar het scheen een nieuw Trompetconcert van Joseph Haydn.
Indrukwekkend was een compositie uit ‘Majesteit’, voor welke film Eric Vloeimans de muziek schreef. Hij nam hier een van de weinige keren zelf het voortouw, speelde met lucht in zijn trompet en dolde volop in de lusthof van geluiden. Om dan snel te denken: en als we hier nu eens een blues uit laten groeien?
Het concert van Harmen Fraanje, Eric Vloeimans en Anton Goudsmit in Paradox was al maanden van tevoren uitverkocht.
Fijngevoeligheid gaat bij Fugimundi hand in hand met uiteenspattende overdondering. Zoals in ‘Boompetit’ waarin Harmen Fraanje met twee handen het lage register van de piano liet donderen als de V8-motor van een Ford Thunderbird uit 1955. Spekje naar het bekje van Anton Goudsmit die er met gierende gitaargeluiden overheen joeg, bij het al maanden uitverkochte Paradox de indruk wekkend dat het einde der tijd nu écht werd aangekondigd.
In een stuk opgedragen aan pianovirtuoos Thelonious Monk vielen kunstig gecreëerde gaten, precies dezelfde die de maestro ook zo knap liet vallen en in ‘Summersault’, het laatste stuk van de avond, toonden de drie musici blijdschap naar elkaar. Blijdschap als er voor de zoveelste keer van het pad werd afgeweken en een van hen de akkers in rende, waar alle muziek van de wereld ligt uitgespreid.
Fugimundi is de optelsom der delen. Met andere woorden: de onmetelijke individuele kracht die ieder inbrengt. Dat ligt telkens, steeds maar weer in de opbouw van de stukken die leidt óf naar een climax óf naar een proeve van ongeëvenaard vakmanschap. Of naar beide, dat mag ook.
Helemaal mee eens Rinus. Hier hoef ik niets meer aan toe te voegen. Het was een prima concert.
Paul van Dun (E-mail ) - 23-05-’11 18:49