Henry Threadgill Zooid - This Brings Us To Volume II CD-RECENSIE 'This Brings Us To Volume I' werd in 2009 hogelijk gewaardeerd door de internationale pers. Het nu voorliggende vervolgdeel doet er niet voor onder. Beide cd's komen voort uit dezelfde sessies in november 2008. Het nieuwe album blinkt uit in heldere structuren, lumineuze patronen lopen dwars door toonsoorten en ritmes heen. Het is een fluwelen revolutie, de plaat veroorzaakt geen aardverschuiving, maar behoort wel degelijk tot de avant-garde. Alsof je wordt geïnjecteerd met een bloedstollend serum dat de elasticiteit van je aderen test.
Henry Threadgill Zooid - This Brings Us To Volume II
bezetting: Henry Threadgill, fluit, altsaxofoon; Liberty Ellman, gitaar; Jose Davila, trombone, tuba; Stomu Takeishi, bas; Elliot Humberto Kavee, drums
opgenomen: november 2008
release: 2010
label: Pi Recordings
tracks: 5
tijd: 43:35
websites: www.pirecordings.com
door: Jan Jasper Tamboer
Gevoel en verstand worden vaak tegen elkaar uitgespeeld, alsof het om per definitie tegengestelde grootheden gaat. Het een lijkt onverenigbaar met het ander. De nieuwe plaat van Henry Threadgill is zeker niet alleen cerebraal. Op 'This Brings Us To Volume II' toont de Amerikaan briljant intelligente muzikaliteit, maar ook een weldadig gemoed.
Threadgill doet met zijn afwijkende notenkeuze soms aan Ornette Coleman denken, maar is toch vooral authentiek met zijn precies gedefinieerde coherentie aan klanken. Liberty Ellman speelt op gitaar veel weerbarstige akkoorden en dwarse losse noten. Jose Davila laat zijn tuba relatief licht, soepel en wendbaar klinken. De ritmesectie vormt een onwrikbare bodem, maar verheft zich regelmatig van zijn grondvlak. Het tempo ligt doorgaans vrij hoog, dat houdt de luisteraar alert. Soms klinkt nervositeit door van een prettige, opporrende soort, die flink goed op de zenuwen werkt.
In openingsnummer 'Lying Eyes' leidt Davila op trombone aanvankelijk de divisie met grillige reeksen, waarna Threadgill zelf het voortouw neemt op dwarsfluit. In de laatste minuten van het stuk komen ze samen in een toonbeeld van harmonie. Met woeste gebaren beroert Stomu Takeishi de contrabas tijdens 'This Brings Us To' in combinatie met verkennend, repetitief tubaspel van Davila. Op 'Extemely Sweet William' neemt Ellman volop de ruimte om te soleren op elektrisch gitaar. Hij doet dat melodieus en fijnzinnig, terwijl Davila op tuba een baspartij speelt. Ook hier neemt Threadgill over met dwarsfluit. 'Polymorph' is een wonderlijk nummer met veel dynamiek en breaks in de ritmesectie, waarop Threadgill voor het eerst betrekkelijk uitgebreid te horen is op altsaxofoon, heerlijk. Het afsluitende 'It Never Moved' vormt daarop een vervolg.
De rol van Threadgill op dit album lijkt meer die van componist dan die van muzikant. Dat doet denken aan John Zorn, die vaak slechts figureert op zijn platen. Beiden lopen zeker in de voorhoede van hedendaagse muziek. Threadgill is wat zuiniger met het uitbrengen van cd's, waardoor zijn releases de laatste jaren alleen maar hoogtepunten zijn. Zou er een Volume III inzitten?
Zie ook:
© Jazzenzo 2010