Blue Note Records Festival hinkt soms op twee benen
BLUE NOTE RECORD FESTIVAL, Gent, met o.a. Paolo Fresu, Chemins Croisés, Uri Caine. 16, 17, 18 juli 2006
beeld: Jos L. Knaepen, Hilde Schmitz
door: Erno Elsinga
Niet het weer sloeg om - het bleef boven de dertig graden - maar het programma. Konden we de eerste vier dagen van het festival genieten van een keur aan instrumentalisten, halverwege het festival waren het de vocale publiekstrekkers uit de Portugese en Braziliaanse muziektraditie die de Bijlokesite deed volstromen. Het zesdaagse festival ‘all that jazz’ dat opende met Dianne Reeves en werd afgesloten door Toots Thielemans met de als Nederlandse superster aangekondigde Trijntje Oosterhuis kreeg daardoor een onduidelijke programmering die hinkte op twee benen: ‘all that jazz’ of ‘all that jazz?’, zoals de tweede helft van het festival genoemd wordt wanneer pop- en aanverwante jazzartiesten het festival besluiten. De scheidingslijn lag dit jaar niet precies in het midden.
Charles Lloyd, Teresa Salgueiro, Toots Thielemans
Natuurlijk is de reden van de Blue Note organisatie om Tania Maria, Ed Motta, Madredeus en de boomlange fadozangeres Mariza op hun jazzpodium uit te nodigen een commerciële. Want massaal kwam het voornamelijk Belgische publiek af op de zoetsappige arrangementen van Madredeus, enkele jaren terug hoog scorend in de Belgische hitlijsten. Op monotone toon en ontlast van elke vorm van dynamiek zong Teresa Salgueiro haar Portugese teksten. Daar tegenover stond Mariza die met verfijnde stiltes, gebruik makend van de subtiele nuances van een strijkorkest en knap stembereik innemende fado ten gehore bracht. De Portugese, twee jaar geleden te gast op Festival Mundial in Nerderland, wordt in eigen land in één adem genoemd met Christina Branco en Mafalda Arnauth.
Een aangename verrassing tussen de vocalisten was de veelvuldig met Billie Holiday vergeleken zangeres Madeleine Peyroux. Toegegeven, de vocaal natuurlijk schuivende intervallen doen aan de legendarische Lady Day denken. Maar verder bedient Peyroux zich van een eigen sound die veel naar country neigt. De fragiele luisterliedjes, begeleid door onder meer Sam Yahel op Rhodes en piano, laten zich lekker aanleunen. Toch verveelt Peyroux op den duur omdat ze voortdurend met haar stem in het middenregister blijft; een meer uitgesproken dynamiek zou haar muziek zeker interessanter maken.
Bert van den Brink, Paolo Fresu, Tania Maria
Wat bezielt Toots om op zijn 84e met Trijntje Oosterhuis te concerteren of een album op de markt te brengen (‘One more for the road’, 2006) met gastvocalisten als Oosterhuis, Jamie Cullum en Beth Hart? Wat bezielt Baron Toots om op bijna elk jazzfestival, groot of klein, te verschijnen als een soort van circusartiest. Commercie? Waarom niet de kostbare tijd die nog rest besteden om nog éénmaal te schitteren. De studio induiken en een reeks opnamen neer zetten die we ons nog lang zullen heugen. Johnny Cash deed dat door vlak voor zijn dood het vierluik ‘American Recordings’ op te nemen, één van de beste werken van de countryzanger die daarmee waardig afscheid nam van zijn muzikale leven.
Ook het duo dat Toots begeleidde, Bert van den Brink op piano en Hein van de Geyn op bas, kon niet verbloemen dat Oosterhuis, ondanks haar contract met het Blue Note label, een popzangeres is die met vlakke stem de standaardwerken uit de jazz afwerkt.
Het concert van de Italiaanse trompettist Paolo Fresu en zijn Quintet kleurde verschillend door enerzijds de composities van Fresu en anderzijds de werken van pianist Roberto Cipelli. De post bop van Fresu met een directe en lyrische stijl, soms neigend naar de sound van Miles Davis, werd afgewisseld met fijnzinnige arrangementen waarin de balans tussen Fresus trompet en bugel en de tenor- en sopraansaxofoon van Tino Tracanna werd gezocht. Heel erg spannend was dat niet, aangenaam wel.
Mariza, Madeleine Peyroux, Bijlokesite
Een van de interessantste muzikanten uit België is pianiste Nathalie Loriers. Ditmaal verscheen ze met haar Chemins Croisés op het podium om hun jongste album L’Arbre Pleure ten gehore te brengen. Opvallende rollen in dit eclectische gezelschap zijn weggelegd voor klarinettist Gianluigi Trovesi en Karim Baggili, bespeler van de oud. Chemins Croisés schommelt tussen oosterse en westerse invloeden. Opzwepende oosterse klanken bepaalt door oud en klarinet wenden door tussenkomst van de piano naar sferische jazzy klanken met speelse uitwaaiers van Loriers. Zeer fraai is het duo-stuk van piano en oud dat klinkt als een oud klassiek stuk dat modern is vorm gegeven. Trovesi, grotendeels verantwoordelijk voor de vanavond gespeelde stukken, is werkelijk gezegend met een opwindende sound en gedegen techniek. Dat het concert niet helemaal aan de hoge verwachtingen voldeed lag niet aan het kwintet. Door de verzengende hitte maakte matheid zich meester van de dynamiek.
Het trio Louis Sclavis, Aldo Romano en Henri Texier lieten zich al improviserend inspireren door de beelden die de beroemde fotograaf Guy Le Querrec in Afrika maakte. ‘African Flashback’ is het albumresultaat en tevens de voltooiing van hun Afrikaanse drieluik. Hoewel niets in de muziek je aan Afrika deed denken waren het toch de verschillende elementen in de composities waardoor gedachten als vanzelf afgleden naar dit continent. Het gematigde up-tempo, de hang naar melancholie, de stuwende ritme van bas en drums, de open en positieve bezwerende sferische klanken, opgetogen en vol hoop, riepen bovendien een maf sfeertje op. “An idiote melody” zoals Texier opmerkte. Na eerder op de avond de klarinet van Chemin Croisés Gianluigi Trovesi gehoord te hebben en nu die van Louis Sclavis valt weer eens op hoe ongewoon mooi en spannend de klanken van dit rietinstrument passen in hedendaagse muziek.
Uri Caine, Henri Texier, Gianluigi Trovesi
Uri Caines Bedrock Trio werd op het laatste moment opgeroepen om de verhinderde Eliane Elias te vervangen. Het bleek geen slechte keuze. Caine die balanceert tussen mainstream, klassiek en funk leefde zich samen met bassist Tim Lefebvre en drummer Zack Danziger uit vanachter de Rhodes en piano in een heerlijk aandoende ‘summer jam’ waarin met behulp van loops en samples de luisteraar heen en weer geslingerd werd tussen funk en hypnotische trancemuziek. Jammer genoeg viel een dergelijke muzikale voldoening niet te halen bij het concert van Charles Lloyd, die in een letterlijk wisselende bezetting dromerige ideeën over het op den duur veelal door verveling getroffen publiek uitstrooide.
Michel Herr & Life Lines, een nonet bestaande uit voornamelijk Belgische topmuzikanten als Bert Joris (t), Fabrice Alleman (rieten) en Jacques Protton (g), overtuigde wel degelijk. Herr verstaat de kunst een stuk te laten ontsporen, weer op te pakken en te stroomlijnen tot een dynamisch swingend geheel. Naast passionele solo’s van Joris en Alleman waren er breekbare duetten van piano en gitaar. Alle leden van de groep zijn bandleiders, het bewijs dat er in België een levendige en zeer gevarieerde jazzscène gaande is.
Het Blue Note Records Festival doet er alles aan een goed festival te zijn, en is dat ook. Bezoekers worden geïnterviewd en gevraagd naar verbeterpunten. Ook mag men voorkeuren voor artiesten noemen die bij volgende edities gewenst zijn op het podium. Zoals eerder betoogd is het festival opgedeeld in ‘all that jazz’ en ‘all that jazz?’: 6 dagen jazz en aansluitend 5 dagen pop- en jazzgerelateerde artiesten zoals Randy Newman, Dr. John en Maceo Parker. Het festival doet er goed aan deze scheidingslijn vast te houden en niet, zoals tijdens deze vijfde editie, te gaan schuiven. Van de beloofde zes dagen jazz bleef er netto slechts viereneenhalve dag over. Toegegeven, op de niet jazzdagen tijdens ‘all that jazz’ was de belangstelling het grootst. Toch is een troebele programmering tijdens een jazzfestival een gevaarlijke.