Verschillende gitaarstijlen vormen vermakelijk verhaal op slotdag JIR Festival
CONCERTRECENSIE. Jazz International Rotterdam festival, De Doelen Rotterdam, 1 oktober 2006
beeld: Jelle van der Hijden
door: Erno Elsinga
Onder het motto ‘muziek is taal’ presenteerde Jazz International Rotterdam (JIR) gedurende het driedaagse en gelijknamige festival een keur aan gitaristen. Op de slotdag resulteerde dat in een concert van flamenco gitarist Eric Vaarzon Morel en een grand finale waarin de gitaristen Nelson Veras, Peter Bernstein en Frank Möbus, die allen eerder met hun eigen groep concerteerden tijdens het festival, beurtelings hun zegje deden. Begeleid door het trio Red, Yellow and Blue van saxofonist Jasper Blom. Artistiek leider, gitarist en componist Jesse van Ruller vervulde de rol van gastheer en participeerde in beide concerten.
Nelson Veras en Peter Bernstein, Eric Vaarzon Morel, Jesse van Ruller en Frank Möbus
Het concert van Eric Vaarzon Morel was adembenemend. Als muziek taal is, dan geldt dat zéker voor de Spaanse volksmuziek flamenco. Ze wordt doorgaans niet genoteerd maar zoals veel volksmuziek via overlevering aan de volgende generatie doorgegeven en is bovendien volkomen gestoeld op het instrument gitaar. Vaarzon Morel verbond zijn virtuositeit aan melancholische en romantische spanningsbogen. Luis de Luis bracht met zijn uitdagende ritmische flamencodans - waarbij de doorgaans bij flamenco gebruikelijke zang achterwege bleef - extra spanning en dialoog. Ook Van Ruller duelleerde met Vaarzon Morel. Het toepasselijk getitelde gelegenheidsstuk ‘Jesseric’ botste meer dan het samenging waardoor het wat ongemakkelijk klonk. “Nauwelijks gerepeteerd” voegde Van Ruller na afloop toe.
De compositieopdracht die gebruikelijk aan de artistieke leider / programmeur van het festival wordt toebedeeld liet Van Ruller aan tenorsaxofonist Jasper Blom. “Hij is een professor. Ik bewonder hem zeer”. Blom schreef voor de gelegenheid enkele composities geënt op de speelstijlen van de gastgitaristen. Dat een en ander niet direct uit de verf kwam zat hem in het “niet” en dan weer “nauwelijks gerepeteerd” dat zo vaak als toelichting diende dat het grappig werd. Spelen dus met een strakke blik op de bladmuziek. Het vlakke spel van Peter Bernstein bleef wat oppervlakkig hangen in de ritmesectie van trio Red Yellow & Blue (met Frans van der Hoeven op bas en Martijn Vink op drums) dat zich enigszins van sounds bediende. De tweede gast, Nelson Veras, gaf met zijn open spel een heel andere richting aan. Hoewel Veras zo nu en dan leek te verdwalen in de compositie wist hij telkens knap de draad op te pakken. “Van een andere planeet” was de kwalificatie die Van Ruller aan het spel van de jonge Braziliaan gaf.
Jasper Blom, Eric Vaarzon Morel en Luis de Luis, Jesse van Ruller
Echt spannend werd het met Frank Möbus, de gitarist van de avantgardische Duitse band Der Rote Bereich. Möbus voelde zich prima thuis in de voor hem op het lijf geschreven stukken van Blom. Met onorthodoxe solo’s, opruiend en opstandig, baande hij zich een weg door een ballad en een staccatostuk vol korte climaxen en mystieke euforische thema’s.
Muziek wordt pas interessant als het loskomt van papier. In dat licht gezien plus het gegeven dat de gitaar centraal stond tijdens het festival, was het concert van Vaarzon Moorel het meest gitaristische van de avond. Het samenbrengen van genoemde gitaargrootheden op één podium, en afsluitend in één band, is gedurfd en uniek. Toch begaven de gitaristen zich op eilandjes en was de uitkomst wellicht minder belangrijk dan het event.
Na het slotconcert maakte festivaldirecteur Jack Rothuizen de nieuwe artistiek leider van de zevende festivaleditie bekend. Het is de Rotterdamse componist Paul van Brugge die aansluitend in een vraaggesprek met Vera Vingerhoeds liet weten dat ‘compositie in de jazzmuziek’ de rode draad zal zijn voor het festival in 2007.