Mingus Dynasty Septet heeft de spirit van de meester
CONCERTRECENSIE. St. Jazz International Rotterdam, Lantaren-Venster Rotterdam, Mingus Dynasty Septet, 28 oktober2006
beeld: Thomas Huisman
door: Mischa Andriessen
Charles Mingus is een van de markantste persoonlijkheden uit de jazz. De muziek die hij maakte, sloot naadloos bij zijn karakter aan; furieus, uitbundig, humoristisch, robuust en lyrisch. Onder meer in de inmiddels ook op DVD verschenen film “Mingus in Greenwich Village” is mooi te zien hoe rijk geschakeerd zijn persoonlijkheid was. Op de dag voor hij zijn studio wordt uitgezet, toont Mingus zich eerst rebels, dan sarcastisch en ten slotte komt ook zijn kwetsbare kant in beeld.
Mingus Dynasty Septet
Als ik een cd van Mingus op zet, zie ik hem. Er is voor mij geen muzikant die zo onlosmakelijk met zijn muziek verbonden is. Dat is mooi, maar het maakt het andere muzikanten tegelijk heel moeilijk om die muziek vorm te geven. Misschien zie ik het verkeerd, maar ik heb idee dat relatief weinig Mingus’ nummers tot standards zijn uitgegroeid. Natuurlijk zijn prachtige in memoriam voor Lester Young “Goobye Pork-pie hat” wordt heel vaak gespeeld, maar verder valt het volgens mij wat tegen, zeker als je bedenkt hoe geweldig de muziek van Mingus is.
Mingus weduwe Sue spant zich al jaren in om zijn muzikale erfenis levend te houden. Eerst met de Mingus Dynasty Big Band, nu met het Mingus Dynasty Septet. Zij heeft een uitmuntende groep muzikanten bijeengebracht, die geheel in de spirit van de meester voor het nodige vuurwerk zorgen. Afgezien van het grote technische kunnen, is dat wellicht een gevolg van het samenbrengen van veel verschillende persoonlijkheden. Er is de flamboyante trombonist en zanger Frank Lacy, de ijdele maar heerlijk tegendraads spelende altsaxofonist en fluitist Craig Handy. Alex Sipigain mag dan verlegen ogen, hij speelt alsof hij een heel kort lontje heeft. Het spel van tenorist Wayne Escoffery is net als dat van Mingus gedrenkt in de traditie, waardoor de blues en gospel die de basis van Mingus’ muziek vormen heel mooi naar voren komen. De virtuositeit van pianist George Colligan en de tomeloze energie van drummer Donald Edwards zorgen er eveneens voor dat de geest van Mingus’ composities volledig in tact blijft.
Wayne Escoffery, Frank Lacy, Craig Handy
Dan is er nog de man die letterlijk de plaats van de meester in de band inneemt: de kleine Boris Koslov. Koslov is in bijna alles Mingus’ tegenbeeld, maar als bassist vervult hij zijn taak boven elke verwachting. Door hun opmerkelijke verschijningen trekken Handy en Lacy de meeste aandacht naar zich toe, maar de bas blijkt (hoe kan het ook anders) de alles verbindende schakel in de band en daarmee is Boris Koslovs inbreng van het grootste belang. Hij heeft power en humor en kan ook prachtig subtiel spelen zoals onder meer bleek in het prachtige duet met Wayne Escoffery dat “Goodbye Pork-pie hat” inleidde.
In twee sets bracht het septet met verve een aantal klassiekers uit het Mingus repertoire ten gehore, waaronder: “Fables of faubus”, “Tonight at noon”, “Devil Woman”, “The Eye of Huricane Sue” en “Everything you could be by now if Sigmund Freuds wife was your mother”. Zo uitgevoerd klinken de composities dermate sprankelend en levendig dat zij gisteren geschreven zouden kunnen zijn. Bij leven kon Mingus uiterst hardhandig zijn tegen de mensen die naar zijn idee de muziek verkeerd interpreteerden. De arme trombonist Jimmy Knepper kreeg op het podium zo’n harde knal op zijn gezicht van de meester dat zijn embouchure voorgoed was verpest. De kans dat Mingus van deze uitvoeringen heeft liggen woelen in zijn graf lijkt mij echter heel erg klein.
- Charles Mingus website