Bunky Green mag niet vergeten worden
CONCERTRECENSIE. Bimhuis Amsterdam, Bunky Green & Eric Legnini Trio, 22 maart 2007
beeld: Ger Koelemij
door: Tim Sprangers
Leunend tegen een gordijn, buiten de podiumlichten, met zijn altsaxofoon ondersteund door de linkeronderarm peinsde Bunky Green. Waarover? Over het swingende geluid dat het Eric Legnini Trio produceerde? Over dat hij zijn vrouw, waar hij in geuren en kleuren over vertelde, nog moest bellen? Of genoot de 71-jarige saxofonist nog na van zijn optreden? We weten het niet. Evenmin als van het leven van deze meester die furore maakte in de jaren zestig, maar vervolgens zelden meer iets van zich liet horen.
Eric Legnini, Bunky Green, Mathias Allamane
Met als grote inspirator Charlie Parker was Bunky Green onder andere de rechterhand van Charles Mingus en Andrew Hill. Hoewel de volledige toewijding aan het leraarschap vaak is weggelegd voor muzikanten die succes missen in de praktijk, werd Green begin jaren zeventig fulltime muziekdocent in Chicago en later in Florida. Hij werd zelfs benoemd tot ‘president of the International Association of Jazz Educators’. Een van zijn bekendste leerlingen is Steve Coleman.
Technische en emotieloze schoolmuziek binnen de lijntjes, zou je denken. Niets van dit alles is waar. Green is een integere man, die uitstraalt op jazz verliefd te zijn. Mingus’ overtuiging dat er niet iets bestaat als een valse noot, fascineerde Green in de jaren zestig uitermate. Hij overleefde er zijn docentbestaan mee. In prachtige thema’s, zoals in het aan zijn vrouw opgedragen ‘All my love’, speelt hij met een hartstocht die enkel ontzag verdient. De lange adem is er niet meer, maar dat geeft niet. Soms slikt hij ook een nootje in; ook dat is hem vergeven. Bunky Green heeft een heldere stijl. Die kenmerkt zich door simpele maar doeltreffende thema’s, waar hij zijn creativiteit en emoties volledig op kan loslaten. Joe Lovano, die Green als held beschouwt zei ooit: ‘Bunky personifies what jazz is all about. He's combining all the inspiration of Parker and Dolphy and fuses it into an individual voice’.
Het Eric Legnini Trio uit België ondersteunde de veteraan. Pianist Legnini is een interessante muzikant. Zijn spel kenmerkt zich door een vurige en opzwepende stijl. Lekker was hoe hij tijdens het derde nummer met zijn rechterhand compleet loos ging, maar nooit ontspoorde door met zijn linkerhand het thema op telkens andere toonhoogten te continueren. De meeste en langste solo’s waren voor Legnini.
Bunky Green & Eric Legnini Trio
Tijdens de tweede set leidde de pianist een nummer in, beginnend met minimale jazz zoals ook het E.S.T. dat kan. Om het te laten uitmonden in een swingende blues. Duidelijk is dat Legnini zich ook lekker voelt achter de Fender Rhodes, waar hij zijn funky eigenschappen beter kan etaleren.
Eric Legnini werd bijgestaan door Franck Agulhon (drums) en Mathias Allamane (bas). Ook deze twee imponeerden. Vooral Agulhon met nauwkeurig en subtiel spel. Hij leek zijn instrument te aaien en liefkozende woordjes in te fluisteren, maar ondertussen groovede hij tussen de maten. Green verklaarde achteraf dat het trio tot het beste behoorde waarmee hij ooit speelde.
Door de rustige sfeer in de zaal, was het niet alleen een muzikaal boeiende avond. Vooral de intimiteit heerste. Bunky Green is een imponerende muzikant die niet vergeten mag worden. Je kunt je afvragen hoe groot hij was geworden, als hij zijn leven wél volledig aan het podium had gewijd.