Full Blast toetert, plukt en slaat meedogenloos
CONCERTRECENSIE. Full Blast (Brötzmann/Pliakas/Wertmüller) & Ken Vandermark, Bimhuis, 9 oktober 2010
beeld: Frans Goddijn
door: Jan Jasper Tamboer
Veni vidi vici, Peter Brötzmann en zijn band kwam, speelde kort, snoeihard en razendsnel, en liet het overrompelde publiek in het Bimhuis verdwaasd achter. Sommigen lieten het zover niet komen, het leek erop dat zij tijdens de eerste set naar het toilet of de bar liepen, maar zij kwamen niet meer terug. Het merendeel onderging de geseling van vele decibellen gelaten, maar voor hen waren twee korte sets van ieder ruim een half uur meer dan voldoende, voor een toegift hoefde Full Blast niet terug te komen.
Virtuoos maar snoeihard leek het concept van Peter Brötzmann's Full Blast met Ken Vandermark in Bimhuis.
De vroegere angry young man Brötzmann is na al die jaren nog steeds als zodanig herkenbaar. Het lijkt erop dat de woede die uit zijn baanbrekende album 'Machine Gun' uit 1968 spreekt, nog altijd in zijn hoofd kolkt. De plaat is een gedenkteken in de West-Europese (free)jazzgeschiedenis en bevat bijdragen van Willem Breuker en Han Bennink. Inmiddels is de rietblazer 69 jaar oud en klinkt hij met Full Blast net zo explosief als toen, al ontbreekt er nu een akkoordeninstrument. Behaagziek is de Duitser niet, hij speelt niet voor het succes maar uit innerlijke noodzaak.
Zowel Brötzmann als Ken Vandermark zijn onwaarschijnlijk snelle blazers, hoeveel noten gaan er in een maat, vraag je je af. Dat gaat wel ten koste van subtiliteit en lyriek. Ook voor welluidende melodieën moet je niet bij deze twee zijn. Schoonheid lijkt taboe. Veel lelijke noten spelen, vooral dissonanten, dat is het adagium van Full Blast. Als er wel een lyrische of melodieuze solo voorbij komt, is dat als een oase in de woestenij. Die mag echter niet lang duren. Als de twee blazers een mooi klein gehouden dialoog aangaan, ontaardt het vriendelijke babbelgesprek onherroepelijk in een rumoerig twistgesprek.
Als het erom gaat, op het publiek een onuitwisbare indruk achter te laten, treft Brötzmann met zijn Full Blast voluit het doel. Je kan je echter afvragen wat er zou gebeuren als hij op North Sea Jazz stond. Dan zouden velen naar een ander optreden uitwijken. Of als het concert gratis was geweest, hoevelen zouden dan niet opstappen? De dosering van twee korte sets is daarom goed uitgekiend. Brötzmann spreekt nauwelijks tot het publiek, maar na ruim dertig minuten orkaankracht klinkt het: 'We need a break and I think you too.' Dat is haarfijn aangevoeld. Het publiek zat vast in een houdgreep en is blij dat het even uit de omstrengeling wordt losgelaten alvorens het weer bij de lurven wordt gepakt.
Ken Vandermark (voorgrond) met bassist Marino Pliakas. Peter Brötzmann op alt- en tenorsaxofoon.
Vandermark is volkomen thuis op de baritonsaxofoon, het lijkt alsof hij meerdere instrumenten tegelijk bespeelt. Op klarinet is hij al even virtuoos, evenals Brötzmann zelf die ook alt- en tenorsax hanteert. Bassist Marino Pliakas en drummer Michael Wertmüller leggen de zwaar massieve basis voor al het muzikale geweld, waar geen speld tussen valt te krijgen. Pliakas heeft weliswaar een set effectpedalen tot zijn beschikking, maar beperkt zich in het gebruik daarvan. Hij maakt er geen trukendoos van. Wertmüller ranselt vooral zijn bassdrum onophoudelijk en kan na vanavond een set nieuwe vellen aanschaffen.
Brötzmann is zich zeer bewust van wat hij doet. Hij kiest hier voor en staat hier volledig achter. Veel fans heeft hij er niet mee vergaard, maar daar gaat het hem ook niet om. De man is een authentiek en autonoom kunstenaar en heeft zijn eigen plek in de muziekwereld. Hij heeft betekenis gehad en bezit die nog steeds, samen met zijn band. De belangrijkste conclusie van het optreden in het Bimhuis is: Full Blast doet zijn naam eer aan.