E.S.T. slaat brug tussen Truffaz en Haden BLUE NOTE RECORD FESTIVAL. Gent, 10 en 11 juli 2007 Esbjörn Svensson, Charlie Haden en Erik Truffaz afgelopen dinsdag en woensdag in Gent
E.S.T, Charlie Haden Quartet West, Erik Truffaz, Trijntje Oosterhuis, Stacey Kent
beeld: Jos L. Knaepen
door: Erno Elsinga
Festivalprogrammeur Bertrand Flamang zegt desgevraagd dat hij zowel de liefhebber van mainstream jazz alsmede de liefhebber van avontuurlijke jazz tevreden wil stellen. Avonturiers konden deze dagen hun hart ophalen aan het pianotrio E.S.T. en de soundscapes van de Zwitserse trompettist Erik Truffaz. Liefhebbers van de mainstream kwamen aan hun trekken bij de concerten van het Charlie Haden Quartet West en de zangeressen Tracey Kent en Trijntje Oosterhuis.
Popband
Hoewel de Zweedse pianist Esbjörn Svensson in eigen land tot tweemaal toe werd verkozen tot jazzmusicus van het jaar, beschouwt hij zijn trio E.S.T. meer als een popband dan een jazztrio. E.S.T. verlegde gedurende zijn bestaan, vanaf begin jaren negentig, dan ook stilaan de muzikale interesse van postbob naar fusion met ruim plaats voor elektronica binnen de composities.
Het resultaat is een volwassen band die wereldwijd faam geniet. Esbjörn Svensson, bassist Dan Berglund en drummer Magnus Oström vormen een geconcentreerde eenheid. Het verrassingseffect wordt niet gezocht in complexe thema’s en ritmen, maar in subtiele ‘changes’ en zorgvuldig opgebouwde climaxen. Vanuit klassieke, romantische pianomelodieën worden de thema’s steeds heftiger en intenser, opgezweept door de gestreken contrabas van Berglund die, voorzien van effecten, meermaals klinkt als een woest solerende rockgitaar. Evenzogoed kan E.S.T. midden in een orkestrale hoosbui plots terugvallen naar een lieflijk pianominiatuurtje om vervolgens vanuit opperste concentratie en via ritmische pianolijnen te bouwen aan een nieuw hoogtepunt. Dat de muziek blijft ademen en nergens volloopt is mede te danken aan het gedoseerde drumspel van Oström. Of de ontdekkingstocht van het trio nu langs de jazz trekt of de paden van de progressieve rock bewandelt; Oström houdt de muziek open en bij elkaar tegelijk. Daar kon zelfs de hevige hagelbui die halverwege het concert minutenlang neerkletterde op het dak van de concerttent, geen verandering in brengen.
Aanhangers van progressieve pop-rock pianotrio’s zullen geneigd zijn E.S.T. met The Bad Plus te vergelijken. Echter, waar The Bad Plus met veel geweld zijn standpunt maakt, verheffen Svensson en c.s. subtiliteit tot kunst. Vrijdagavond speelt E.S.T. op North Sea Jazz, in de Congozaal om precies te zijn.
Songbook
Liefhebbers van vocale jazz konden op dinsdagavond hun hart ophalen aan de concerten van de Nederlandse Trijntje Oosterhuis en de Amerikaanse Stacey Kent. Hoewel Oosterhuis, die aantrad met een volledig Nederlandse bezetting, toch echt gezien moet worden als een popzangeres die jazz zingt, verdiende ze een platencontract bij Blue Note Records. Tijdens haar optreden bracht ze een aantal nummers van haar laatst verschenen album bij dat label; composities van Burt Bacherach. Dat deed ze op een gedegen en professionele manier, niet gehinderd door haar enigszins statische manier van zingen en matige beheersing van de Engelse dictie. Hoe dan ook viel haar concert bijzonder goed bij het voornamelijk Belgische publiek dat haar terug op het podium vroeg voor een bisnummer.
Dat kon Stacey Kent na haar optreden Oosterhuis niet navertellen. Gelijk een onhandig ogende huisvrouw op een podium manoeuvreerde Kent met haar ietwat nasale stem op klinische wijze door het repertoire van het American Songbook. Daarnaast bracht ze enkele stukken uit My Fair Lady ten gehore. Hoewel Kent gezegend is met een heldere en loepzuivere stem, een perfecte dictie en vergezeld wordt door een imponerende begeleidingsband – met onder andere Dave Chamberlain op bas en Dave Newton achter de piano – verzandde haar optreden in zoutloze ‘musicaljazz’.
Stacey Kent, E.S.T. en pianist Alan Broadbent van Hadens Quartet
Amerikaans
Met het Charlie Haden Quartet West bracht het Blue Note Records Festival wederom een Amerikaanse topper op het podium. Haden, die kan putten uit een rijke geschiedenis van samenwerkingsverbanden – Coltrane, Coleman, Metheny, Shepp, Jarrett – wordt algemeen beschouwd als een van de bepalende personen die de positie van de contrabas binnen de jazzmuziek gestalte gaf. Met uitstapjes in het verleden naar politiek geëngageerde big bandmuziek (Carla Bley), freejazz en wereldmuziek, hield het Charlie Haden Quartet West zich deze avond voornamelijk bezig met jazz in zijn puurste vorm.
Dat resulteerde vooral in solistisch vuurwerk van de kwintetleden. Op beleefde wijze werd om de beurt proeve van bekwaamheid afgelegd binnen het raamwerk van de composities van onder meer Ornette Coleman, John Coltrane en uiteraard Haden zelf. Hoewel het een lust is dergelijke virtuozen aan het werk te horen, de grootste gemene deler van het concert bleef steken in gelijkmatigheid. Ernie Watts en Alan Broadbent schitterden op respectievelijk saxofoon en piano, echt leven in de brouwerij kwam er niet. Het optreden leunde te veel op individuele kwaliteiten in plaats van compositorische spanningsbogen.
Soundscapes
Het concert van de Zwitserse trompettist Erik Truffaz, een dag later, bevond zich op de rand van pop en jazz. Gelardeerd met elementen uit de dance - jungle en drum ’n bass – zetten Truffaz en zijn groep een stevige set neer waarin het luide volume geen onbelangrijke rol speelde. Begeleid door stevige beats plaatste Truffaz zijn langgerekte, op Miles Davis geïnspireerde tonen. Door de geprepareerde Fender van de ingenieus spelende Patrick Muller en de wah-wah-pedalen van Truffaz ontstond er een intrigerend landschap van klankpatronen die het midden hield tussen postbob en psychedelische soft-rock.
Dat laatste werd nog eens extra bevestigd door de gastoptredens van singer-songwriter Ed Harcourt – ook aanwezig op Truffaz’ laatste album ‘Arkghangelsk’. Zijn donkere monotone stem deed herinneren aan de legendarische cult-rockgroep Joy Division.
Draaitafelmuziek
Truffaz’ concert vormde een geslaagde brug tussen de stilistische Amerikaanse jazz die het festival tot nu toe voortbracht, en de avontuurlijke op Europese leest geschoolde muziek. E.S.T. sloeg op zijn beurt een brug tussen de gedegen muziek van Haden en de experimenteerdrift van Truffaz. Dat de festivalorganisatie om uiteenlopende redenen zelfs nog een stapje verder durfde te gaan, kwam tot uiting in de concerten van The Cinematic Orchestra en het Scandinavische ensemble Koop van het excentrieke producersduo Oscar Simonsson en Magnus Zingmark.
Geheel in deze lijn werd de avond afgesloten met een concert van de voor ingewijden in de draaitafelmuziek wereldberoemde Amerikaan DJ Shadow. Door de massaal toegestroomde jonge generatie onderging het festivalpubliek in geen tijd een metamorfose. Het zal ongetwijfeld ten goede komen van de festivalkas. De jazzbandjes moeten tenslotte ergens van betaald worden.
© Jazzenzo 2010