NSJ afgesloten met hilarische klucht, indrukwekkende Holland en een saaie Marsalis
NORTH SEA JAZZ FESTIVAL, Rotterdam, zondag 15 juli 2007
Sly & the Family Stone, Dave Holland Quintet, Wynton Marsalis Quintet
beeld: Geneviève Ruocco, Jos L. Knaepen, Ron Beenen
door: Koen Graat
De laatste dag van Nederlands grootste jazzfestival was er een van uiterste. In de Nile konden duizenden mensen de klucht rondom Sly Stone meemaken, in de Hudson overrompelde bassist Dave Holland de zaal met zijn kwintet en in de Amazon zag het publiek eerst een ontroerende Ornette Coleman en later een steriele Wynton Marsalis. North Sea Jazz 2007 zit er helaas alweer op.
Op de laatste dag North Sea speelden onder meer Ornette Coleman, Snoop Dogg en Sly Stone.
Sly is in the building
Een kwartier voor aanvang van het concert van Sly & the Family Stone klonk een bemoedigend ‘Sly is in the building’ door de microfoon. Dat was waarschijnlijk bedoeld om de volgepakte Nile gerust te stellen, want met Sly weet je het maar nooit. Hij is immers wel vaker verdwenen.
Dat het begin van het concert lang op zich liet wachten baarde al enige zorgen, aangezien de planning tijdens North Sea normaal gesproken vrij strak is. Maar toen de voltallige band op het podium stond en hits als Dance to the music en Everyday people voorbij kwamen zonder de meester zelf, was het wel duidelijk: dit wordt vooral ‘family’ en weinig Sly. Tussen de nummers door riepen sommige bandleden weer het bemoedigende ‘Sly is in the building’. In de zaal had toen de scepsis al de overhand gekregen.
Het had allemaal wel iets weg van het toneelstuk ‘Waiting for Godot’, waarin twee mannen op soms hilarische wijze vergeefs wachten op iets of iemand genaamd Godot. Het grote verschil met ‘Waiting for Sly’ was dat de zanger uiteindelijk wel verscheen. Na 45 minuten strompelde de legendarische Sly Stone alsnog het podium op, hoewel hij zelf niet echt in de gaten leek te hebben waar hij precies was.
De hele gang van zaken was gênant en hilarisch tegelijk. Eigenlijk was het vooral sneu voor de prima spelende band die van gekkigheid ook niet wist hoe ze de tijd moest rekken tot Sly eindelijk zelf verscheen. Eenmaal op het podium hield de funk / soul zanger het na een nummer of drie door de microfoon gemompeld te hebben alweer voor gezien. Hij had er beter aan gedaan de bühne helemaal niet op te komen en lekker in ‘the building’ te blijven. Wat het publiek nu voorgeschoteld kreeg was echt te stompzinnig voor woorden, hoewel het wel een memorabele klucht opleverde. Van Amy Winehouse kun je tenminste nog zeggen dat ze consequent is: ze komt wel of ze komt niet.
Onregelmatig
Gelukkig werd er ook nog serieus muziek gemaakt in Rotterdam. Indrukwekkend was het optreden van het Dave Holland Quintet. De sympathieke Engelse bassist die op jonge leeftijd door Miles Davis naar Amerika werd gehaald, treedt al jaren op met zijn vaste kwintet waar onder meer saxofonist Chris Potter en vibrafonist Steve Nelson in spelen. Relatief nieuw in de line-up is de jonge Nate Smith, een beest van een drummer, maar wel een van de subtiele soort. Hij was zondag waanzinnig in de Hudson.
Artist-in-residence Wynton Marsalis, Dave Holland en Chris Potter.
Het concept van het Dave Holland Quintet is eigenlijk vrij simpel. De composities leunen allemaal zwaar op de onregelmatige baslijnen van de bandleider. Een vierkwartsmaat lijkt in het muzikale woordenboek van Holland niet voor te komen. Toch zijn zowel de baspartijen als de thema’s pakkend en stuwend. Daarbij bestaat het kwintet uit vijf fantastische solisten. Virtuoos en alleskunner Potter liet maar weer eens horen waarom hij als een van de grootste Amerikaanse jazzsaxofonisten van dit moment wordt beschouwd. Met zijn magische spel deed hij zijn naam eer aan. Daarnaast is Dave Holland zelf met zijn transparante geluid en ritmisch georiënteerde solo´s nog steeds absolute wereldtop.
Apotheose
Dan was er nog het afsluitende concert van artist-in-residence Wynton Marsalis, door de spreekstalmeester aangekondigd als de ‘apotheose’ van North Sea Jazz 2007. Die opmerking is wel te begrijpen, aangezien de trompettist tot dusver vooral optrad met zijn Lincoln Centre Jazz Orchestra. Tijdens het laatste optreden in de Amazon speelde Marsalis met zijn kwintet en stond dus zelf in de schijnwerpers.
Apotheosen waren er meerdere tijdens het driedaagse festival, zoals het fantastische optreden dat saxofonist Ornette Coleman eerder op de dag gaf met zijn kwintet bestaande uit drie bassisten en een drummer. De oude Coleman, intussen een oud, broos mannetje, liet horen hoe spannend, meespelend en ontroerend muziek kan zijn tijdens een fenomenaal optreden. Van iets dergelijks was tijdens het concert van Marsalis nooit sprake.
Nu is het verder zinloos om Coleman en Marsalis te vergelijken, maar wat was het optreden van de trompettist saai en steriel. Dan gaat het niet eens zozeer om het vaak oubollige repertoire, maar vooral om de uitvoering. Het kwintet van Marsalis bestaat uit vakmensen, maar op de een of andere manier hangt er een bedrukte en gespannen sfeer rondom de trompettist die verlammend lijkt te werken op zijn medemusici. Tijdens een pianosolo van Dan Nimmer vond de bandleider dat de boel in kakte, waar hij overigens wel gelijk in had, en met een geërgerd ‘Yo, come on’ ging Marsalis als een schoolmeester met zijn neus bovenop de ritmesectie staan.
Je ziet en hoort aan alles dat saxofonist Walter Blanding te gek kan spelen. Je ziet dat Ali Jackson zich inhoudt en met de handrem erop drumt. Wat je niet ziet is vrijheid en spelplezier. Over de capaciteiten van Marsalis als trompettist hoeven we het niet te hebben. Maar een schreeuw, een lach of een teken van leven, wat zou het de muziek en vooral zijn bandleden ontdooien. Een apotheose was het optreden van het kwintet in ieder geval niet. De vraag is of er na vandaag überhaupt nog wel eens gesproken zal worden over het optreden van Marsalis als artist-in-residence. Zijn voorspelbare keuzes en ongeïnspireerde optredens doen vermoeden van niet.
- Deze NSJF-recensie is de vijfde in een reeks van zes
- North Sea Jazz website