Uitgebalanceerd en poëtisch ensemble Eef van Breen betovert publiek
CONCERTRECENSIE. Eef van Breen Group, Porgy en Bess, Terneuzen, 17 oktober 2010
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Trompettist en zanger Eef van Breen schrijft en speelt niet alleen jazzmuziek maar componeert en arrangeert ook voor kamermuziekensembles en theatergezelschappen. Zijn debuutalbum 'Playing Games' ontving lovende kritieken. Uit onder meer kinderliedjes, pop-, jazz- en klassieke muziek destilleerde de trompettist een eigen geluid. Zondag speelde The Eef van Breen Group, in het kader van het Festival van Zeeuws-Vlaanderen, in Porgy en Bess in Terneuzen.
Trompettist Eef van Breen in een bijzondere bezetting met onder meer harpiste Eva Tebbe en celliste Geneviève Verhage.
Van Breen labelt zijn muziek niet graag en vindt termen als jazz of klassiek en zelfs specifieker, impressionisme of romantiek, te beperkt. Vraag hem nu wat voor muziek hij maakt en hij verwijst naar, in zijn ogen, goede omschrijvingen: 'coole kamermuziek' of 'mooie, sobere en ook spannende arrangementen, die af en toe tegen klassieke kamermuziek aanleunen'. De setlijst in Porgy en Bess bevatte stukken van 'Playing Games', afgewisseld met (bestaand) modern klassiek repertoire. Daarin kwam de bijzondere bezetting van het ensemble - naast zang en trompet, piano, contrabas, cello, harp en tweemaal viool - goed tot uitdrukking. Zowel Van Breen's eigen composities als de verschillende kamermuziekcomposities werden in diverse bezettingen gebracht. Zo opende Merel Junge met 'Caprilena voor vioolsolo' van Jaques Ibert en later kwamen onder meer een stuk van Maurice Ravel (voor cello en viool) en Heiku's van Susan McDonald (voor harp) voorbij.
Van Breen schrijft bij voorkeur voor specifieke musici en gaat uit van hun persoonlijkheid. Ze vertellen allemaal een eigen verhaal – kunnen ook in hun eentje een boeiend avondvullend programma brengen - en kregen in Porgy en Bess ook allemaal de ruimte. Het geeft de groep veel mogelijkheden. Verschillende ingrediënten van het repertoire en diverse samenstellingen verschenen dwars door elkaar, de ene keer vloeiend in elkaar overgaand, de andere keer voorzien van begeleidend commentaar van Van Breen. Natuurlijk balanceert Van Breen het programma zorgvuldig maar in zijn optiek verschillen een goede improvisatie en goed uitgevoerde compositie niet zoveel van elkaar. Het gaat om het resultaat: de muziek en de ervaring ervan.
Zoals bijna iedere trompettist luisterde Van Breen veel naar Chet Baker. De veel gehoorde vergelijking met Baker bevreemdt hem niet. Hij zingt ook en deelt met Baker een vrij hoge stem en de liefde voor lyrische, melodische lijnen. “Mensen vergelijken nu eenmaal graag”, zegt de trompettist. “De werkelijkheid is dat ik naast Chet Baker nog duizenden andere inspiratiebronnen heb, van Bach tot Shostakovich, Stevie Wonder en Clifford Brown, Billy Holliday, Bulgaarse vrouwenkoren en veel meer”.
Janos Bruneel, Eef van Been Group, Merel Junge.
Van Breen zingt zuiver en legt veel emotie in zijn flexibele stem. Zijn gezongen melodieën en vocale en instrumentale improvisaties vloeiden naadloos in elkaar over. Met veel vibrato fluisterde hij lyrisch op trompet en schakelde net zo makkelijk naar een ingewikkelde scat. In tegenstelling tot Baker componeert Van Breen. Het concert was een grote demonstratie van zijn talent om te componeren en arrangeren. Hij nam Duke Ellington's piano-improvisaties 'Retrospection', 'Reflection in D' en 'Melancholia' als uitgangspunt en bewerkte die tot een stuk voor harp, viool en cello. Het resultaat was verbluffend. 'Composing is dreaming at the piano', zei Ellington, en dat gevoel wisten de musici perfect over te brengen. Evenzo voor de stukken van zijn album, bijvoorbeeld het titelnummer: behendig vlochten variaties, en herhalingen van thema's zich in elkaar. En, er was veel oog voor detail. Vernuftig paste Van Breen zijn zanglijnen op de begeleiding en vielen lettergrepen subtiel op gespeelde accenten.
Afgezien van zijn stem werd geen van de instrumenten versterkt. Dat vergt lef maar Van Breen wil de klankkleur van de individuele instrumenten niet beïnvloeden. De soms slepende ritmiek, het lage volume en de emotionele, gedragen uitvoeringen opgebouwd uit intelligente arrangementen, trokken het publiek, dat zich er muisstil door liet verwarmen, helemaal in de muziek. Betoverend en sprookjesachtig werd het soms. Van Breen is oprecht blij met zijn begeleiders die zijn muziek zo treffend vertolken. In het afsluitende nummer mixte hij langzaam het origineel van de cd in. Terwijl de muziek doorklonk, haalde hij de muzikanten één voor één, naar voren. Mooi gebaar, mooie afsluiting.