Pascal Schumacher geeft vibrafoon nieuwe vleugels
CONCERTRECENSIE. Pascal Schumacher Quartet. Paradox, Tilburg, 22 oktober 2010.
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
De vibrafoon neemt een eenzaam plaatsje in binnen de jazz. Dat klinkt misschien als een cliché, maar vertolkers die écht naam hebben gemaakt, zijn er maar een paar. Met Lionel Hampton voorop, zijn verder met Red Norvo, Milt Jackson, Cal Tjader, Bobby Hutcherson, Gary Burton en Mike Manieri de vaandeldragers wel genoemd.
Vibrafonist Pascal Schumacher en zijn kwartet in Paradox met pianist Franz von Chossy en slagwerker Jens Düppe.
Daar mag nu ook Pascal Schumacher aan worden toegevoegd. Wat hij uit de vibrafoon weet te halen, is bij de namen hierboven nog niet gehoord. Ieder van hen heeft zijn eigen specialiteit, zijn eigen geluid, zijn eigen opvattingen van het instrument. Maar in de jonge Luxemburger Schumacher komen al die eigenschappen samen en daarmee geeft hij die zo vreemde vibrafoon onvermoede dimensies.
Je zou verwachten dat Pascal Schumacher de vibrafoon door zijn relatieve onbekendheid vooral als melodie-instrument – zo wordt deze klankbak ook meestal geplaatst – inzet en hij vooral de solopartijen opeist. Piano en drums kregen daarvoor echter even veel plaats. Al in het eerste stuk van de avond liet Pascal Schumacher horen dat de vibrafoon net als de piano een percussief instrument is, waar vele ritmes uit kunnen worden geranseld en waar harmonie en melodie dan ondergeschikt aan zijn. Om verderop tijdens het concert de gongen, bellen, klokken, ja alles wat in de vibrafoon zit opgesloten, te luiden. Naadloos gleed dan de melodievoering over van piano naar vibrafoon om uiteindelijk als een speeldoosje in te slapen.
Pascal Schmacher Quartet. Op contrabas Christophe Devisscher.
Het concert in Tilburg benutte het Pascal Schumacher Quartet – met Franz von Chossy op piano, Christophe Devisscher op contrabas en Jens Düppe op slagwerk – om nieuwe stukken uit te proberen. Maar ook ouder werk kwam voorbij. In een grappig brabbeltaaltje kondigde de leider in het Nederlands uitgebreid en humoristisch alles aan. Dat deed hij even trefzeker als het bespelen van zijn instrument, waarbij hij nieuwe klankonderzoeken niet schuwde. Een en zelfs twee strijkstokken liet hij langs de metalen toetsen van zijn instrument glijden om daar verder op te improviseren. Ondertussen begeleidde Jens Düppe hem met krassende nagels op een bekken. Dit geëxperimenteer groeide uiteindelijk uit tot een prachtig romantisch thema. Verwonderlijk was overigens dat Pascal Schumacher zo slordig omging met de dempbalk van zijn instrument.
De toegift kondigde Schumacher aan met: ‘Wij hebben nog een kleine ballaadje voor jullie’. Het was klein, o zo mooi weer en de treffende afsluiting van een groots concert.